AT2 - T4: BS2 Een vrouw

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan vrouw
Welke onderdelen ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

 Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch)
 Het voortplantingsstelsel van een vrouw (schematisch), baarmoedermond en hals ook aangegeven.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wanneer is een meisje vruchtbaar?
Een meisje is vruchtbaar wanneer haar eicellen rijp zijn
Eisprong = ovulatie

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer is een meisje vruchtbaar?

Slide 12 - Tekstslide

Gemiddeld 
Beluister mij!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

hypofyse --> Hormoon
Hypofyse
eierstokken
teelballen
oestrogeen
testosteron

Slide 15 - Tekstslide

symptomen
- ellendig of verdrietig voelen
- buikpijn, rugpijn, hoofdpijn, spierpijn. 
- soms is een meisje sneller boos of chagrijnig
- sommige vrouwen hebben extra zin in lekkere dingen zoals chocola

Slide 16 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Beluister mij!

Slide 17 - Tekstslide

menstruatiecyclus
Beluister mij!

Slide 18 - Tekstslide

Stel een vrouw is vandaag ongesteld geworden. Wanneer wordt ze weer ongesteld?

Slide 19 - Woordweb


wat kun je gebruiken?

  • maandverband 
  • tampons
  • menstruatiecup

Slide 20 - Tekstslide

Hygiëne 
Maandverband en tampons moet je regelmatig vervangen
Door bacteriën kan het bloed onfris gaan ruiken.
Er kunnen ook ontstekingen ontstaan. 
Het is belangrijk goed te wassen tussen de schaamlippen. Elke dag, maar zéker tijdens de menstruatie! 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Opvangen menstuatie

Slide 23 - Tekstslide

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 24 - Sleepvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de functie van de kleine schaamlippen?
A
sluiten de vagina af.
B
beschermen de urinebuis en de clitoris.
C
zorgen ervoor dat de vagina glad wordt.
D
zorgen voor hygiëne van de vagina.

Slide 26 - Quizvraag

De eisprong vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 28 - Quizvraag

Hierin ontwikkelt een embryo zich:
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 29 - Quizvraag


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 30 - Quizvraag

Vindt bij een zwangere vrouw menstruatie plaats?
A
Nee
B
Ja
C
D

Slide 31 - Quizvraag

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Wanneer is een vrouw het meest vruchtbaar?
A
Vlak na de menstruatie
B
Vlak voor de menstruatie
C
Vlak na de eisprong
D
Vlak voor de eisprong

Slide 33 - Quizvraag

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 35 - Quizvraag

Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor menstruatie?

Slide 37 - Open vraag

Hw: 1 t/m 10 van bs 2 is af

opdr 5 niet

Slide 38 - Tekstslide

huiswerk: maak 7 t/m 10

Slide 39 - Tekstslide