Broeikaseffect
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het natuurlijk broeikaseffect is goed voor de mens
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
De belangrijkste veroorzaker van het versterkte broeikaseffect zijn de auto's die rondrijden en fossiele brandstoffen gebruiken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Welke gassen zijn broeikasgassen?
A
Waterdamp (H2O), koolstofdioxide (CO2), stikstofgas (N2)
B
Koolstofdioxide (CO2), stikstofgas (N2), methaan (CH4)
C
Waterdamp (H2O), koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4)
D
Methaan (CH4), koolstofdioxide (CO2), stikstofgas (N2)
Slide 5 - Quizvraag
Door het versterkte broeikaseffect wordt het op aarde
A
overal warmer
B
in de meeste gebieden warmer
C
in de meeste gebieden kouder
D
overal kouder
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn andere effecten van het versterkte broeikaseffect?
A
Veel meer regen, meer stormen
B
Meer stortbuien, meer stormen
C
Minder regen, minder stormen
D
Minder stortbuien, meer stormen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is GEEN oorzaak voor het versterkte broeikaseffect?
A
Smelten van gebieden die nu bevroren zijn
B
Minder ijsbedekking bij de polen
C
Meer irrigatie in landbouwgebieden
Slide 9 - Quizvraag
Het kappen van een volgroeid bos en dan aanplanten van een nieuw bos vermindert het broeikaseffect
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Door het versterkte broeikaseffect zullen de landschapszones (bijv. aride, subtropisch) van de evenaar af bewegen
A
Waar
B
Niet waar
