IQ en EQ / Wat is VB

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les:
- Weet je wat het verschil is tussen EQ en IQ.
- Kun je benoemen welke vaardigheden onder EQ en IQ vallen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Kort theorie en feiten over IQ en EQ
  • Spellen m.b.t. IQ en EQ
  • Werken aan de opdracht in it's learning

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IQ en EQ
Er wordt in de psychologie een onderscheid gemaakt tussen de
cognitieve ontwikkeling: IQ                           sociaal emotionele ontwikkeling: EQ.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IQ, Waar denken we aan?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is IQ?
  • IQ is een meting van intelligentie.


  • IQ is een manier om te meten hoe slim iemand is.
    (Hoe je problemen kunt oplossen en dingen kunt begrijpen en leren.)

  • IQ is een ''cijfer'' dat ons helpt begrijpen hoe slim iemand is in vergelijking met andere mensen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een IQ-score?

  • Meestal tussen: 70 en 130. 
  • Een IQ van 100 wordt beschouwd als gemiddeld. 
  • Als iemand een IQ heeft van meer dan 100, betekent dit dat ze een bovengemiddeld IQ hebben.
  • Als iemand een IQ heeft van minder dan 70 / 75, Dan spreekt men van een verstandelijke beperking. 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer neem je bijvoorbeeld een IQ test af? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IQ Test
Korte Quiz, om te ervaren welke vragen in een IQ test kunnen zitten. 
Maak 2 groepen. 

Je krijgt voorbeeld vragen uit een IQ test. Wanneer je het antwoord weet steek je het blad in de lucht, waarna je mag antwoorden!
(Wie het snelst het goede antwoord weet krijgt een punt) 
SUCCES! 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van cijferreeks

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing: 

Antwoord a. 600 is een constante, heeft geen invloed op rekensom. 

Bij het getal 601 wordt iedere keer 4 opgeteld.
Voorbeeldvraag figurenreeks

Slide 12 - Tekstslide

Oplossing: 

Antwoord e. 

In het eerste plaatje staat een driehoek, in het tweede plaatje een vierhoek, etc. In het vierkant met het vraagteken moet dan een figuur met zeven hoeken kommen te staan.
Voorbeeld van Analogie
                       ….. staat tot dief als collectant staat tot ……

a) verval – behoud
b) hechtenis – vrijheid
c) oneerlijk – eerlijk
d) vrij – onvrij
e) onaardig – aardig

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing: 

Antwoord c. 

Dief steelt oneerlijk, een collectant vraagt eerlijk om geld.
Ruimtelijk inzicht:

Slide 14 - Tekstslide

Oplossing: 
Antwoord d. 

De zwarte stip bevindt zich tegenover de doorzichtige stip. De witte pijlen wijzen naar de zwarte stip.
Antoniemen: 
Tip: Tegenovergesteld van synoniem

1) Wat is het antoniem van expert?
2) Wat is het antoniem van summier?
a. Leek
a. Sterk
b. Dom
b. Groot
c. Oneerlijk
c. Uitvoerig
d. Aardig
d. Lang
e. Lui
e. Saai 

Slide 15 - Tekstslide

Oplossing: 
Antwoord a. 

Een leek is iemand die weinig afweet van een bepaald vakgebied. Een expert weet juist heel veel van een bepaald onderwerp.

Oplossing: 
Antwoord c. 

Summier is kort en bondig, dus zo beperkt mogelijk. Uitvoerig is het tegenovergesteld en betekent ook wel veelomvattend of grondig.
Voorbeeld van matrix

Slide 16 - Tekstslide

Oplossing:

Antwoord a. 

Per rij komt elk symbool een keer voor. In de onderste rij ontbreekt nog de wolk. In de eerste rij heeft het eerste symbool geen vulling, in de tweede rij het tweede symbool en in de derde rij het derde symbool. Tot slot is in elke rij het derde symbool een kwartslag naar rechts gedraaid.
Redactie som:
Jan wil zijn hond in de tuin wassen en heeft daar een grote teil neergezet. Om deze teil te vullen heeft hij 65 liter water nodig. Hij gaat de teil vullen met een emmer waarin 7,5 liter kan. Hij schat in dat ongeveer een derde van het water uit de emmer zal klotsen als hij heen en weer loopt om het bad te vullen. Hoeveel emmers water zijn er nodig om het bad te vullen?


a)10      b)11      c)12      d) 13

Slide 17 - Tekstslide

Oplossing: 

Antwoord d. 

In een emmer gaat 7,5 liter water. Een derde van 7,5 liter is 2,5 liter. Dus per emmer houdt Jan 5 liter over. Dan heeft hij 13 * 5 emmers nodig voor 65 liter water.
EQ; Waar denken we aan? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EQ
Emotionele intelligentie is een maat voor emotionele vaardigheid; als aanvulling op het IQ.
Verdeeld over 5 eigenschappen:
  1. Empathie:                           Omgaan met gevoelens van anderen.
  2. Zelfbewustzijn:                je kent je sterktes en zwaktes.
  3. Zelfregulatie:                    je kunt goed met je eigen emoties omgaan.
  4. Motivatie:                           je kunt jezelf duidelijke doelen stellen.
  5. Sociale vaardigheden: je kunt goed luisteren en communiceren.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het EQ ....
Geeft dus weer wat de sociale vaardigheden van iemand zijn.

  • Mensen met een hoog EQ hebben vaak meer succes en dan mensen met een laag EQ?


  • Mensen met een laag EQ ervaren vaak ook hinder hiervan. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het EQ ....
  • Mensen met een hoog EQ hebben vaak meer succes en dan mensen met een laag EQ?

- Ze zijn vaak in staat om anderen te inspireren, te motiveren en te leiden. Ze begrijpen de emoties van hun teamleden, kunnen empathisch luisteren en tonen begrip voor de behoeften en zorgen van anderen.
- Ze kunnen emoties op een gezonde manier reguleren, zichzelf kalmeren in stressvolle situaties en daardoor problemen aan pakken. Hierdoor flexibeler, sneller herstellen van tegenslagen en beter concentreren op het bereiken van doelen.

  • Mensen met een laag EQ ervaren vaak ook hinder hiervan. 

- Personen met een laag EQ hebben vaak moeite om empathie te tonen en de emoties van anderen te begrijpen.
- Mensen met een laag EQ hebben vaak moeite om hun emoties te reguleren, vooral in stressvolle situaties. Ze kunnen bijvoorbeeld snel geïrriteerd raken, in paniek raken of hun emoties onderdrukken.
- Moeite met het stellen van grenzen, het uiten van behoeften of het oplossen van conflicten, wat kan leiden tot misverstanden. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het EQ....
In tegenstelling tot het IQ, is het verhogen van je EQ in veel gevallen vaak wel mogelijk? 

  • Empathie: Omgaan met gevoelens van anderen.
  • Zelfbewustzijn: je kent je sterktes en zwaktes.
  • Zelfregulatie: je kunt goed met je eigen emoties omgaan.
  • Motivatie: je kunt jezelf duidelijke doelen stellen.
  • Sociale vaardigheden: je kunt goed luisteren en communiceren.

 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de Video
Mensen met een verstandelijke beperking ontwikkelen zich
anders dan mensen zonder een verstandelijke beperking. 
Het IQ is bij mensen met een verstandelijke beperking meestal hoger dan hun EQ.
  • Beantwoord hierna de volgende vraag:
Waaruit blijkt dat het IQ van Mitchell waarschijnlijk hoger is dan
het EQ?







Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Spellen: 
Om te ervaren wat er allemaal te maken heeft met je EQ, gaan we 2 'spellen' doen!

Verdeel de klas in 2 groepen. 
  • Groep 1: kikker be cool 

  • Groep 2: Gaat het EQ babbelspel spelen:



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga aan de slag met de opdracht in it's learning.

Opdracht 2: IQ en EQ (uploaden in je portfolio)


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies