HAVO 2 Fictie 1, Psychisch perspectief

Fictie: het psychisch perspectief
HAVO 2 Nederlands, Fictie 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Fictie: het psychisch perspectief
HAVO 2 Nederlands, Fictie 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les weten jullie wat het psychisch perspectief is en welke verschillende perspectieven er zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het psychisch perspectief in fictie?

Slide 3 - Woordweb

Inleiding
Wat is perspectief in een verhaal? Hoe beïnvloedt het de manier waarop we een verhaal ervaren?

Slide 4 - Tekstslide

Psychisch perspectief
Het psychisch perspectief is het standpunt van vertellen. Door wiens ogen lees je het verhaal?

Slide 5 - Tekstslide

ik-perspectief
Bij deze perspectiefvorm vertelt een personage het verhaal vanuit zijn eigen ervaringen en gedachten. In de ik-vorm.

Slide 6 - Tekstslide

Auctoriaal perspectief
Hierbij wordt het verhaal verteld vanuit een alwetende verteller die de gedachten en gevoelens van meerdere personages kan weergeven. De verteller is geen personage in het boek

Slide 7 - Tekstslide

personaal perspectief
Hierbij wordt het verhaal verteld vanuit een verteller die de gedachten en gevoelens van meerdere personages kan weergeven. De verteller is ook een personage in het boek

Slide 8 - Tekstslide

Meervoudig perspectief
Sommige verhalen kunnen wisselen tussen verschillende personages om het verhaal vanuit meerdere gezichtspunten te tonen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Lees tekst 1 op pagina 8-10 van je boek. Maak opdracht 5 op pagina 11

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd over perspectief in fictie? Welke perspectiefvorm spreekt jou het meeste aan en waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag