Tussenwerpsel of andere woordsoort?
Sommige woorden kunnen behalve als tussenwerpsel ook als een andere woordsoort voorkomen, zoals een bijwoord (bw) of een zelfstandig naamwoord (zn).
Voorbeelden:
Gelukkig (tw), dit karweitje zit er weer op.
We hebben vandaag gelukkig (bw) kunnen uitrusten.
Top (tw), je hebt de toets foutloos gemaakt!
Je kunt niet zomaar de top (zn) van de berg bereiken.