H16 Personeelsbeleid EX

H16 Personeelsbeleid 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H16 Personeelsbeleid 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Slide 3 - Quizvraag

Een individuele arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgever
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 4 - Quizvraag

Wat staat er NIET in de individuele arbeidsovereenkomst?
A
Salaris
B
Minimumloon
C
Werktijden
D
Wat voor werk je doet

Slide 5 - Quizvraag

Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten tussen
A
vakbond en werkgevers
B
vakbond en de regering
C
vakbond en de werknemer
D
werkgever en werknemer

Slide 6 - Quizvraag

CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak

Slide 7 - Quizvraag

Yasmine heeft een arbeidsovereenkomst getekend bij BV Sneek voor 9 maanden
Dit is een voorbeeld van arbeidsovereenkomst :
A
onbepaalde tijd
B
bepaalde tijd
C
projecttijd
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

3 eisen arbeidsovereenkomst
  1. arbeidsverplichting 
  2. loon 
  3. gezagsverhouding  

Slide 9 - Tekstslide

individuele                                                                                  collectieve
arbeidsovereenkomst                                        arbeidsovereenkomst                                

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 16.1 en 16.2

Slide 11 - Tekstslide

individuele                                                                                  collectieve
arbeidsovereenkomst                                        arbeidsovereenkomst                                
  • overeenkomst tussen werkgever en werknemer met afspraken over arbeidsvoorwaarden 


- bepaalde tijd
- onbepaalde tijd 
- proeftijd
  • overeenkomst tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties (vakbonden) met afspraken over arbeidsvoorwaarden 
  • geldt voor grote groep mensen (bijv. alle werknemers van alle ondernemingen in een bepaalde bedrijfstak.

Slide 12 - Tekstslide

ZZP: overeenkomst van opdracht
Freelancer of ZZP'er verhuurt zich aan een opdrachtgever. Er is geen gezagsverhouding en dus ook niet van een arbeidsovereenkomst. 

Verschillen
  • arbeidsrecht is niet van toepassing
  • opdrachtgever draagt geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen af. 
  • geen pensioenopbouw, doorbetaling bij ziekte en vakantiegeld

Slide 13 - Tekstslide

Voordelen
  • Flexibiliteit 
  • Lagere loonkosten 
    - geen afdracht loonbelasting en premies werknemersverzekeringen
    - geen pensioenopbouw, doorbetaling bij ziekte en vakantiegeld.

Let op: dit zijn nadelen voor ZZP'er
Nadelen
  • Werknemer heeft grotere binding (meer loyaliteit)
  • Werknemer investeert meer in werkrelaties, kennisoverdracht en lange termijnsucces organisatie
  • ZZP'ers moeten vaak aandacht verdelen over meerdere opdrachtgevers

Slide 14 - Tekstslide

primaire                                                                                      secundaire
arbeidsvoorwaarden                                             arbeidsvoorwaarden                                
  • Beloningen  in geld 
    - salaris
    - vakantietoeslag
    - onregelmatigheidstoeslag 
  • Andere beloningsvormen
    - vakantiedagen
    - leaseauto
    - werkkleding 

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 16.14

Slide 16 - Tekstslide

Loonkosten, brutoloon en nettoloon
   Loonkosten 
- premies werknemersverzekeringen 
- werkgeversdeel pensioenpremies
= Brutoloon 
-  Loonheffing 
Werknemersdeel pensioenpremies
=  Nettoloon

Slide 17 - Tekstslide

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
C
Je kan niks doen
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Ontslag op staande voet. Welke zin is juist?
1. Als je zelf ontslag neemt, is dat ontslag op staande voet.
2. Bij ontslag op staande voet heb je recht op een uitkering.
3. Roberto zegt tegen zijn baas dat hij meer wil verdienen. Zijn baas mag hem dan op staande voet ontslaan.
4. Bij ontslag op staande voet moet een baas zich houden aan de opzegtermijn.
A
1 is juist.
B
2 is juist.
C
3 is juist.
D
Geen enkele zin is juist.

Slide 19 - Quizvraag

Wat houdt de transitievergoeding in?
A
Alle werknemers hebben na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar, waarnaar ontslag volgt, recht op transitievergoeding.
B
Transitievergoeding geldt alleen voor medewerkers met contracten voor onbepaalde tijd.
C
De transitievergoeding is een vergoeding na ontslag die zowel voor werknemers als zelfstandig ondernemers geldt.
D
Alle medewerkers die een tijdelijk contract hebben dat niet verlengd wordt, hebben recht op een transitievergoeding.

Slide 20 - Quizvraag

Wetgeving 
  • Arbo (arbeidsomstandigheden) 
  • Ontslagrecht 
    - Met wederzijds goedvinden
    - Op staande voet 
    - Via UWV of rechter
       > UWV: bedrijfseconomische reden of na langdurige   arbeidsongeschiktheid
      > Rechter: arbeidsconflict of onvoldoende functioneren

Slide 21 - Tekstslide

Opgave 16.7 

Slide 22 - Tekstslide

Transitievergoeding 
Twee voorwaarden
  • werknemer moet 2 jaar of langer in  dienst geweest zijn
  • initiatief voor ontslag ligt bij werkgever

Vergoeding
  • 1e 10 jaar in dienst: 1/6 maandsalaris voor elke volle 6 maanden in dienst
  • Vanaf 10e dienstjaar: 1/4 maandsalaris voor elke volle 6 maanden in dienst

Slide 23 - Tekstslide

Ondernemingsraad
  • Verplicht bij 50 of meer werknemers
  • Handelen uit belang werknemers en belang organisatie
  • 4 Rechten: 
    - Adviesrecht
    - Instemmingsrecht 
    - Initiatiefrecht
    - Recht op informatie

Slide 24 - Tekstslide

Personeelsbeleid
Personeelszaken (HR) houdt zich bezig met drie hoofdtaken
  • Instroom
  • Doorstroom
  • Uitstroom


Slide 25 - Tekstslide

functioneringsgesprek                               beoordelingsgesprek                                                                                                                            
  • Tweerichtingsverkeer
  • Functioneren van zowel werknemers als leidinggevende wordt besproken 
  • Meestal eens per jaar 
  • Eenrichtingsverkeer
  • Functioneren werknemer wordt door de leidinggevende beoordeeld
  • Volgt vaak later in het jaar als vervolg op functioneringsgesprek

Slide 26 - Tekstslide