Spreekwoorden met 'hand' - ww. / prep./betekenis invullen

• NT2
• WO
• Studiejaar 3

Spreekwoorden met 'hand' 

Vul het werkwoord in

Zij .............het heft in handen

Daar .............ik mijn hand niet voor om

Wie heeft daar de hand in.................?

Hij ..................de hand met die regels

......................je nog iets achter de hand?

Ik ..........vanavond niets om handen.

De directeur .................. hem de hand boven het hoofd.

De politie ......................hier streng de hand aan de verkeersregels

Kijk eens waar ik de hand op .....................heb

Wat ................er aan de hand?

Wie heeft daar de hand......... gehad?

Daar draai ik mijn hand niet voor.........

Wat is er ...........de hand?

Hij licht de hand .............die afspraken

De aanvoerder neemt het heft ..... handen

Ik heb deze week niets ...... handen

Ik heb altijd wel iets ............ de hand

Als de politie de hand niet houdt ........ de voorschriften, wordt het een chaos

De leraar houdt die jongen de hand .......... het hoofd

Kijk eens, ik heb de hand gelegd ........ een zeldzame postzegel

aan de hand zijn

de hand hebben in

de hand houden aan

de hand leggen op

de hand lichten met

ergens je hand niet voor omdraaien

het heft in handen nemen / houden

iets achter de hand hebben

iemand de hand boven het hoofd houden

iets om handen hebben