spreekwoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Spreekwoorden

Leerdoelen

• Je leert wat figuurlijk taalgebruik is
• Je leert wat een spreekwoord is
• Je kunt van één of meer spreekwoord(en) de betekenis uitleggen

Wat is een spreekwoord? 

- het is een zin 

- wijze les

- figuurlijk taalgebruik

Wat betekenen deze spreekwoorden?

De appel valt niet ver van de boom.

Appels met peren vergelijken.

Een appeltje met iemand te schillen hebben.

Opdracht

- Kies een van de spreekwoorden.

- Teken het spreekwoord op A4-papier.

- Materiaal: potloden, stiften of krijt.

- Maak een tekening dat past bij jouw spreekwoord.

- Tijd: 

Wat betekenen deze spreekwoorden? 

Een wolf in schaapskleren

Met het hoofd in de wolken lopen

Daar komt de aap uit de mouw

Veel handen maken licht werk

Als er één schaap over de dam is, volgen er meer

Door dik en dun gaan:

Iemand steunen in goede en slechte tijden

Met het hoofd in de wolken lopen:

Zo gelukkig en blij zijn dat je niet oplet

Daar komt de aap uit de mouw:

Als ineens duidelijk wordt hoe iets zit

Vele handen maken licht werk:

Als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan

 Als er één schaap over de dam is volgen er meer:

Als er één aan een opdracht begint, gaan anderen het ook doen, die volgen vanzelf

Een wolf in schaapskleren:

Een gemeen iemand die zich vriendelijk voordoet 

Met het hoofd in de wolken lopen:

Zo gelukkig en blij zijn dat je niet oplet

Daar komt de aap uit de mouw:

Als ineens duidelijk wordt hoe iets zit

Vele handen maken licht werk:

Als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan

 Als er één schaap over de dam is volgen er meer:

Als er één aan een opdracht begint, gaan anderen het ook doen, die volgen vanzelf

Delfts blauw tegeltje

(In de stad Delft nagemaakt van duur Chinees porselein)

Aan de slag!

- - Zoek een spreekwoord op wat gaat over: thuis of huis.

- Schrijf het spreekwoord en de betekenis ervan netjes op in je projectschrift.

- Maak een Delfts Blauw tegeltje met jouw spreekwoord.

Bespreking

Wat vond je van de les?

Vond je het moeilijk?

Weet je nu wat een spreekwoord/figuurlijk taalgebruik is?

Ken je nu ook een spreekwoord?