mbo 2 hoofdstuk 4 - 1 kommagetallen

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les
  • begrijp je dat wanneer de liniaal niet precies genoeg is, je maatverfijning nodig hebt om iets te kunnen meten.
  • begrijp je dat een methode om dit te doen is, om elk ‘interval’ in 10 gelijke delen te verdelen.
  • begrijp je de waarde van de plaatsen achter de komma.
  • begrijp je de relatie tussen de kommagetal-notatie en tienden, honderdsten en duizendsten.
  • kan je een kommagetal netjes uitspreken als een breuk.
  • ben je je  bewust van de twee manieren waarop kommagetallen worden geschreven (met een komma of met een punt).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 14 - Open vraag

De lengte van de sleutel ligt tussen 6 en 7 centimeter.
Om nauwkeuriger te kunnen meten zijn de centimeters in 10 gelijke stukken verdeeld.

Schrijf het getal ‘vijfentwintig honderdsten’ als kommagetal.

Slide 15 - Open vraag

Het eerste cijfer achter de komma geeft de tienden aan.
Het tweede cijfer achter de komma geeft de honderdsten aan

Hoe spreek je het getal 0,4 uit?

A
vier
B
vier honderdste
C
vier tiende
D
vier duizendste

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer staat in 14,35 op de plek van de tienden?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies