H7 komma - Les 3

Hoofdstuk 7 kommagetallen

7.3 
De waarde 
van kommagetallen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 kommagetallen

7.3 
De waarde 
van kommagetallen

Slide 1 - Tekstslide

terugblik

Slide 2 - Tekstslide

kommagetallen plaatsen op de getallenlijn

Slide 3 - Tekstslide

Wat komt er na 1,7?

Slide 4 - Open vraag

Is 2,3 hetzelfde als 2,33 ?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Wat komt er na 0,25?

Slide 6 - Open vraag

Is 0,4 hetzelfde als 0,44 ?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Is 0,7 hetzelfde als 0,70 ?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

lesdoelen
Ik benoem de waarde 
van het kommagetal.

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen thema Kommagetallen les 3
Tienden, honderdsten en duizendsten

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen thema Kommagetallen les 3
Tienden
Bij tienden zie je één getal achter de komma.
Je noemt dit één decimaal.
Zie je een voorbeeld hiervan?

Slide 11 - Tekstslide

Vul een getal in met één decimaal (tiende)

Slide 12 - Open vraag

Honderdsten
Bij honderdsten zie je twee getallen achter de komma.
Je noemt dit twee decimalen.
Zie je een voorbeeld hiervan?

Slide 13 - Tekstslide

Vul een getal in met twee decimalen (honderdsten)

Slide 14 - Open vraag

Duizendsten
Bij duizendsten zie je drie getallen achter de komma.
Je noemt dit drie decimalen.
Zie je een voorbeeld hiervan?

Slide 15 - Tekstslide

Vul een getal in met drie decimalen (duizendsten)

Slide 16 - Open vraag

Wat is de 3 in 8,53?
A
Tienden
B
Honderdsten
C
Duizendsten

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de 1 in 4,1?
A
Tienden
B
Honderdsten
C
Duizendsten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de 9 in 5,239?
A
Tienden
B
Honderdsten
C
Duizendsten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de 9 in 25,97?
A
Tienden
B
Honderdsten
C
Duizendsten

Slide 20 - Quizvraag

Afronden van kommagetallen
Je rondt af op een heel getal (bijvoorbeeld 1)
6,3.
Je kijkt naar het laatste getal achter de komma. Is dat dichter bij de 6 of de 7?

6,5.
De 5 rond je altijd af naar boven!!

Slide 21 - Tekstslide

Rond 5,2 af
A
5
B
6

Slide 22 - Quizvraag

Rond 2,9 af
A
2
B
3

Slide 23 - Quizvraag

Rond 7,5 af
A
7
B
8

Slide 24 - Quizvraag

aan de slag

1. Maak WB H7
2. Nakijken H7
3. Studiemeter H7
4. Junior Einstein
5. Rondje rekenspel

Slide 25 - Tekstslide