In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
KLEUR
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat kun je allemaal met kleur in een kunstwerk doen denk je?
Slide 3 - Open vraag
Leerdoelen:
Ik kan de primaire, secundaire en tertiaire kleuren herkennen.
Ik begrijp welke kleurcontrasten er zijn en kan deze herkennen.
Ik kan uitleggen en herkennen wat impressionisme, pointillisme en expressionisme is.
Ik kan aangeven waar de kleuren in de kleurencirkel t.o.v. elkaar moeten staan.
Slide 4 - Tekstslide
De kleurencirkel van Johannes Itten
Welke tinten mis je in deze cirkel?
Slide 5 - Tekstslide
Primaire kleuren: Rood, geel, blauw
Secundaire kleuren: groen, oranje, paars
Deze kleuren ontstaan door menging van twee primaire kleuren:
geel + blauw = groen
geel + rood = oranje
rood + blauw = paars (let op: met de verf uit de tekendoos roze + blauw!)
Tertiaire kleuren. Deze kleuren ontstaan door menging van een primaire met een secundaire kleur. olijf groen , bruinen
rood + oranje / geel + oranje / geel + groen /
groen + blauw / blauw + paars / paars + rood
Slide 6 - Tekstslide
Piet Mondriaan, tableau 1, 1921
Slide 7 - Tekstslide
Primaire, secundaire of tertiaire kleuren?
Vertel hoe je dit in het kunstwerk ziet.
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
A,B en C
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Zijn de hoofdkleuren primaire, secundaire of tertiaire kleuren?
A
Primaire & Secundaire
B
Tertiaire bij beide
C
Secundaire & Tertiaire
D
Tertiaire & Primaire
Slide 10 - Quizvraag
Zijn de hoofdkleuren primaire, secundaire of tertiaire kleuren?
Vertel hoe je dit in het kunstwerk ziet.
Slide 11 - Tekstslide
Kleurcontrasten
kleur tegen kleur contrast: in een voorstelling zijn alleen primaire en secundaire kleuren gebruikt
warm koud contrast: een contrast tussen de koude kleuren en warme kleuren in een voorstelling
licht donker contrast: het contrast tussen de lichte en donkere kleuren van een voorstelling
complementair contrast: het contrast in een voorstelling tussen kleuren die elkaar versterken. Dit zijn de kleurparen rood / groen, geel / paars, blauw / oranje.
Slide 12 - Tekstslide
complementair contrast:
het contrast in een voorstelling tussen kleuren die elkaar versterken. Dit zijn de kleurenparen rood / groen, geel / paars, blauw / oranje.
Slide 13 - Tekstslide
bekijk de kleurencirkel. Wat valt je op aan de plaats van deze kleurenparen in de kleurencirkel?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Welk kleurcontrast zie je?
A
Kleur tegen kleur contrast
B
warm koud contrast
C
Licht donker contrast
D
complementaire contrast
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welke twee contrasten?
A
Kleur tegen kleur contrast
B
Warm koud contrast
C
Licht donker ontrast
D
Complementair contrast
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Welk contrast zie je?
A
Kleur tegen kleur contrast
B
Warm koud contrast
C
Licht donker contrast
D
Complementair contrast
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Welk contrast zie je hier?
A
Kleur tegen kleur contrast
B
Warm koud contrast
C
Licht donker contrast
D
Complementair contrast
Slide 22 - Quizvraag
Wat andere begrippen:
Warme kleuren: kleuren waar veel geel en rood in zit.
Koude kleuren: kleuren waar veel blauw bij zit.
We spreken van warmpaars als in de menging van rood(roze) en blauw meer rood is gebruikt.
We spreken van koudpaars als in de menging meer blauw is gebruikt.
We spreken van warmgroen als in de menging van geel met blauw meer geel is gebruikt.
We spreken van koudgroen als in de menging meer blauw is gebruikt.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Kleur tegen kleur, warm koud, licht donker of complementair?