much/ many

Much or Many
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Much or Many

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de woorden "much en many"?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOEL:
Aan het einde van deze les:
- weet je het verschil tussen much en many.
- weet je wanneer je much en many moet gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

many
much

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Much & Many
Copy this in your notebook!

Much = veel=zelfstandig naamwoord = ontelbaar
money, music, sugar, milk, butter
Many = veel=zelfstandig naamwoord = telbaar
chairs, desks, pens, stars, keys

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
food
A
much
B
many

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
potatoes
A
much
B
many

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
picture
A
much
B
many

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
children
A
much
B
many

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
sugar
A
much
B
many

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
people
A
much
B
many

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
cheese
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____ flowers
A
much
B
many

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

traffic
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
orange juice
A
much
B
many

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

postcards
A
much
B
many

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spin the wheel
Sta op = many
Blijf zitten = much

Slide 18 - Tekstslide

Kopieer deze termen in de spinner. 

De spinner is in January 2019 nog een beta optie dus het kan zijn dat deze niet te zien is. 

sugar, wine, sand, boat, water, grape, flower, glass, people, child, food, 
Find 3 objects that you can count

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Take a picture of something that is uncountable

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LEERDOEL:
Aan het einde van deze les:
- weet je het verschil tussen much en many,
- weet je wanneer je much en many moet gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet het verschil tussen
much en many en ik weet ook wanneer ik dat moet toepassen.
A
Ik weet dat!
B
Ik weet dat meestal wel.
C
Ik weet dat soms.
D
Ik weet dat niet!

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Wat wil je na deze les?
nog een keer de uitleg bekijken in de studieplanner
extra oefenen
anders, namelijk . . .

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Did you enjoy this lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies