H1 §1a Rijk & arm

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ik zit klaar voor de les:

• Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
• Telefoon is thuis of in mijn kluis
• Mijn jas hangt aan de kapstok.
• Ik heb geen pet of capuchon op.
• Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Rekenvraag:
Tijdens het shoppen zie je een broek voor € 109 met 20% korting.
Hoeveel korting krijg je?

H1 §1a Kun je kopen wat je wilt?

Deze les:

• Terugblik
• Instructie
• Inloggen in LessonUp
• Opdrachten maken in LU
• Evalueren hoe de les ging

Terugblik:

De vorige les hebben we het gehad over de opbouw van de lessen economie dit jaar. En welke opdrachten allemaal al mee gaan tellen voor je examen economie volgend jaar

Lesdoel:

Ik weet:

1. wat het verschil is tussen primaire en secundaire behoeften
2. wat bij economie betekent als iets schaars is
3. wat prioriteiten stellen inhoudt

LessonUp

Ga naar lessonup.app

voer de code in:

lurpe

Behoeften

Economie gaat over behoeften die mensen hebben. 

Er zijn twee soorten behoeften:

1. Primaire behoeften / basisbehoeften: alles wat je nodig hebt om te leven, bijvoorbeeld eten en drinken, onderdak en kleding.
   
2. Secundaire behoeften / overige behoeften: die heb je om je leven beter of prettiger te maken, bijvoorbeeld computergames, snacks, uitgaan.
   

Middelen en schaarste

Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig.

De belangrijkste middelen zijn:

• geld
• tijd

We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. 

Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen. 

1. Je tijd is schaars omdat er maar 24 uur in een dag zitten en je ook nog moet slapen.
2. Je geld is schaars omdat je niet genoeg hebt om alles te kopen wat je zou willen

Middelen en schaarste

Schaars is in de economie niet hetzelfde als zeldzaam.

Voorbeeld:

• Brood is niet zeldzaam (een sabeltand tijger wel, want daar zijn er nog maar weinig van op de wereld). 
• Maar brood is er niet vanzelf (het kost tijd om te maken en je hebt ingredienten nodig). 
• Dus Brood is wel schaars (Geld wat je uitgeeft aan een brood kun je niet meer aan iets anders uitgeven).

Prioriteiten stellen

De meeste mensen hebben niet genoeg middelen om al hun behoeften te vervullen. 

Daarom moeten ze prioriteiten stellen: bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk. 

Bijvoorbeeld: de huur betalen is belangrijker dan een Porsche kopen

Samengevat in het volgende filmpje

Vrije goederen

Dan zijn er ook nog goederen waarvoor je niet hoeft te betalen, ze zijn er gewoon. Dat noemen we vrije goederen

Voorbeelden van vrije goederen zijn:

1. Zeewater, 
2. zonlicht 
3. en wind

Welvaart

Welvaart: hoe goed je je behoeften kunt vervullen. 

Hoe meer behoeften je kunt vervullen, hoe groter je welvaart is.

Je welvaart kan toenemen door:

1. je inkomen stijgt > je verdient meer, dus je kunt meer kopen
2. door de juiste keuzes te maken (prioriteiten stellen) kun je beter in je behoeften voorzien > Je besteedt dan tijd en geld aan de dingen die jij belangrijk vindt
3. door aan zelfvoorziening te doen > je eigen fietsband plakken i.p.v. naar de fietsenmaker gaan

Maak opdracht:

K:2, 6 en 8

TL: 2, 5, 6 en 8

(blz 10-11)

Evaluatie:

1. Wat waren de 3 lesdoelen van vandaag?

Evaluatie:

Wat waren de 3 lesdoelen van vandaag?

1. wat het verschil is tussen primaire en secundaire behoeften
2. wat bij economie betekent als iets schaars is
3. wat prioriteiten stellen inhoudt

Controle vragen:

Is Kleding een primaire of een secundaire behoefte?

1. primaire behoefte
2. secundaire behoefte

Controle vragen:

Is een spelcomputer een primaire of een secundaire behoefte?

1. primaire behoefte
2. secundaire behoefte

Controle vragen:

Is make-upeen primaire of een secundaire behoefte?

1. primaire behoefte
2. secundaire behoefte

Controle vragen:

Is brood een primaire of een secundaire behoefte?

1. primaire behoefte
2. secundaire behoefte

Controle vragen:
We hebben veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen.

1. Waar
2. Niet waar

Controle vragen:
Schaars is in de economie hetzelfde als zeldzaam.

1. Waar
2. Niet waar

Controle vragen:
door de juiste keuzes te maken (prioriteiten stellen) kun je beter in je behoeften voorzien
Je besteedt dan tijd en geld aan de dingen die jij belangrijk vindt

1. Waar
2. Niet waar

Evaluatie:

1. Wist je de antwoorden op de controle vragen?
2. Heb je genoeg meegedaan in de les?
3. Wat ga je de volgende keer anders doen?

Huiswerk:

Maak opdracht:

K:2, 6 en 8

TL: 2, 5, 6 en 8

(blz 10-11)