§ 3.6 De parlementaire democratie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

PLANNING gt3d

Presentatie Jordi

Belangrijkste vragen § 3.5 

Uitleg § 3.6 / maken vragen

Controle huiswerk

PLANNING gt3c

Presentatie Ymre

Belangrijkste vragen § 3.5 

Uitleg § 3.6 / maken vragen

Controle huiswerk

PLANNING gt3a

_{Presentatie Aniek}

Belangrijkste vragen § 3.5

Uitleg § 3.6 / maken vragen

Controle huiswerk

PLANNING gt3b

Presentatie Daan

Belangrijkste vragen § 3.5

Uitleg § 3.6 / maken vragen

Controle huiswerk

1-2-4

• 1. Het parlement bestaat uit: de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.
• 2. Het controleren van de regering.
  
• 4. Drie verschillen zijn:
• De Eerste Kamer heeft 75 leden, de Tweede Kamer 150 leden.
  
• De leden van de Eerste Kamer zijn indirect gekozen, de leden van de Tweede Kamer direct door de bevolking.
  
• De Tweede Kamer heeft wel het recht van amendement, de Eerste Kamer niet
  

6

• 1. Stemrecht.
  
• 2. Recht van amendement.
  
• 3. Recht van initiatief.
  

8

• Een regeringspartij wordt een oppositiepartij als ze na de verkiezingen niet langer deel uitmaakt van de regeringscoalitie.

10

•  1. Tweede Kamerlid 
• 2. koning, minister 
• 3. minister
• 4. koning, minister 
• 5. minister, Tweede Kamerlid 
•  6. minister
  
• 7. Tweede Kamerlid
  
•  8. koning
  
•  9. minister, Tweede Kamerlid
  
•  10. minister, Tweede Kamerlid
  

13 a / c

• A (Mede)wetgeving en controleren van het kabinet.
• C Dan zou namelijk de minister zijn eigen werk moeten controleren en dat is niet democratisch.

16a

•  Situatie 1: stemrecht 
• Situatie 2: recht van amendement 
• Situatie 3: vragenrecht 
• Situatie 4: recht van initiatief
  
•  Situatie 5: recht van interpellatie
  
• Situatie 6: motierecht
  

17

Motie van wantrouwen

Herhaling

Herhaling

Kabinet of regering?

1. Kabinet
2. Regering

De regering bestaat uit ..

1. Coalitiepartijen
2. Oppositiepartijen

Het parlement controleert de

1. rechters
2. regering

1. Eerste kamer
2. Tweede kamer
3. Regering

Het verschil tussen kabinet en regering

1. De regering is met koning
2. Kabinet heeft geen ministers

Een staatssecretaris is

1. een minister
2. een onderminister

Hoe noem je iemand die in de Tweede Kamer zit?

1. staatssecretaris
2. parlementariër
3. minister
4. commissaris

Wat kan de Tweede Kamer wel, wat de Eerste Kamer niet kan?

1. Wetsvoorstel aanpassen
2. Wetsvoorstel afkeuren
3. Wetsvoorstel indienen
4. Wetsvoorstel goedkeuren

Recht van amendement

1. Recht om een wetsvoorstel te wijzigen
2. Recht om zelf een wetsvoorstel in te dienen.

Recht van initiatief .....

1. Recht om een wetsvoorstel te wijzigen
2. Recht om zelf een wetsvoorstel in te dienen.

De Eerste Kamer doet een wetsvoorstel

1. Juist
2. Onjuist

Wat is de sterkste reactie die de Tweede Kamer kan uiten op beleid van een minister?

1. Motie van treurnis
2. Motie van afkeuring
3. Motie van aftreden
4. Motie van wantrouwen

Er wordt een nieuwe wet gemaakt. Wat doet de koning?

1. De wet bedenken
2. Handtekening zetten.
3. Discussiëren
4. Beslissen

Telefoons in telefoontas

Geschiedenis

Introductie

 Politiek

 De parlementaire democratie

Maatschappijleer

              Lesdoelen

Na deze les kun je herkennen en uitleggen wat er in de grondwet staat, wat scheiding der machten betekend en hoe je invloed op de politiek kunt uitoefenen.

Veel succes!

BGJBTB...... de grondwet

Trias Politica

(Driemachtenleer)

Pak je agenda!

Maken vragen § 3.6

Werkboek blz: 52/54

Lesboek blz: 50/51

3a: dinsdag 14/11 -  lesuur 1 : P > VERA

3b: donderdag 16/11 -  lesuur 8 : P > KYAN

3c: woensdag 15/11  -  lesuur 4 : P > TIES

3d: donderdag 16/11 - lesuur 3 : P > GIJS