5.1 Overheid, burgers en bedrijven

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Instructie paragraaf 5.1
  • Aan het werk met 5.1
  • Evalueren van de leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Hoe werkt de overheid?

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag leer je:
  1. wat collectieve goederen zijn en wat de collectieve sector is
  2. over marktwerking en de particuliere sector
  3. wat voor- en nadelen zijn van privatisering
  4. op welke manieren de overheid invloed uitoefent op het gedrag van burgers dmv subsidies en accijns

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bekijk de volgende dia's.
Wat hebben deze goederen/ diensten of organisaties gemeen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zou de overheid dit regelen?
  1. De goederen of diensten zijn voor iedereen van belang.
  2. De overheid wil de kwaliteit van bepaalde goederen en diensten bewaken.
  3. Voor sommige goederen en diensten kun je mensen niet apart laten betalen.
  4. Bepaalde voorzieningen moeten voor iedereen betaalbaar zijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Particuliere sector
Collectieve sector

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het grote verschil tussen de collectieve en de particuliere sector?

Slide 13 - Tekstslide




  • Publieke sector
  • De overheid en instellingen voor sociale zekerheid
  • Levert de collectieve goederen
  • Hoeft geen winst te maken



  • Marktsector
  • Burgers en bedrijven
  • Verkoop goederen en diensten
  • Doel is: winst maken
  • Marktwerking 


Collectief of particuliere sector
Collectieve sector
Particuliere sector
Aanbieders van producten moeten concurreren om klanten te krijgen.
Dit doen ze door middel van prijs & kwaliteit.

Slide 14 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 15 - Tekstslide

Collectieve sector
  • de overheid of de publieke sector
  • Zo goed en goedkoop mogelijk alles regelen
  • Geen doel winst te maken
  • Betalen bijna alles met belasting
  • Rijk, provincie en gemeenten
  • De overheid zorgt voor collectieve goederen en diensten zoals: onderwijs, politie, wegen, dijken. 
Particulier sector
  • bedrijven die winst willen maken.
  • bedrijven hebben te maken met concurrentie. 
  • De concurrentie tussen bedrijven noem je marktwerking. 

  • Uitbesteding: de overheid geeft particuliere bedrijven de opdracht de dienst te verzorgen, bv. de overheid. 

Slide 16 - Tekstslide

     Privatisering 
  • De verkoop van een dienst of activiteit door de overheid aan de particuliere sector. 
  • Voorbeelden van bedrijven die geprivatiseerd zijn:
  • treinvervoer, telefonie & post
  • Het tegenovergestelde is nationaliseren:
  • de overheid neemt dan een particulier bedrijf over.
  • In 2008 nationaliseerde de overheid ABN AMRO-bank om de financiële dienstverlening veilig te stellen.





Slide 17 - Tekstslide

Privatiseren
  • Voordeel voor de consument: Bedrijven moeten concurreren 
 (prijs gaat omlaag /kwaliteit en/of service gaat omhoog)
  • Nadeel: Besparingen bij bedrijven op bijvoorbeeld personeel
Bedrijven willen winst maken waardoor de prijs ook kan stijgen. 
 

Slide 18 - Tekstslide

Voor- en nadelen van privatiseren
Sleep de zinnen in de juiste kolom
Voordelen
Nadelen
Lagere prijzen door marktwerking
Meer keuzevrijheid voor consumenten
Kans op betere kwaliteit
Overheid heeft geen toezicht meer
Minder kosten voor overheid

Slide 19 - Sleepvraag

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • bepaalde producten worden                                                 goedkoper
  • Wil je iets afremmen? -> accijns 
  • maakt bepaalde producten                                                            duurder


Slide 20 - Tekstslide

Accijns

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 10:
Accijns
Subsidie
Dit ontvang je van de overheid
Dit betaal je via de winkelier aan de overheid
Stimuleert mensen om iets te kopen
Het doel is dat zo min mogelijk mensen deze producten kopen.
Sigaretten
Alcohol
Diesel en benzine
Het isoleren van je huis
Museumbezoek

Slide 22 - Sleepvraag

Individuele goederen
Soms koop je iets van de overheid wat alleen voor jou is. Dat zijn individuele goederen.
Voorbeelden:

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Ga zelf aan de slag!
Gebruik de rest van de les om 5.1  te maken 

Ben je eerder klaar? Ga dan verder met het voorbereiden voor het SE-economie. Maak bijvoorbeeld een mindmap of samenvatting per paragraaf.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vandaag leer je:
  1. wat collectieve goederen zijn en wat de collectieve sector is
  2. over marktwerking en de particuliere sector
  3. wat voor- en nadelen zijn van privatisering
  4. op welke manieren de overheid invloed uitoefent op het gedrag van burgers dmv subsidies en accijns

Slide 27 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Waar
Niet waar
Accijns ontmoedigd bepaalde dingen te kopen 
In de particuliere sector willen bedrijven winst maken
Door subsidie wordt bv. de bibliotheek goedkoper.
Bij privatisering is er geen marktwerking
Een dijk is een voorbeeld van collectieve goederen

Slide 28 - Sleepvraag