Kijk op de volgende slide goed naar de twee zinnen (direct en indirect) en wat er in een andere kleur is geschreven. Probeer alvast de volgende vragen te beantwoorden voor jezelf:
- Wat gebeurt er met de werkwoordstijd als je herschrijft van directe naar indirecte rede?
- Wat gebeurt er met persoonlijke voornaamwoorden (I, you, us, them) en bezittelijke voornaamwoorden (his, her, our) als je herschrijft van directe naar indirecte rede?
- Wat gebeurt er met bijwoorden van plaats en tijd als je herschrijft van directe naar indirecte rede?