Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Persoonlijke voornaamwoorden zelfstandig oefenen
Persoonlijke voornaamwoorden
Pnv. ond
pnv. niet ond
I
ik
me
mij
You
jij
you
jou
He
hij
him
hem
She
zij
her
haar
It
het
it
het
We
wij
us
ons
You
jullie
you
jullie
They
zij
them
hen
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Persoonlijke voornaamwoorden
Pnv. ond
pnv. niet ond
I
ik
me
mij
You
jij
you
jou
He
hij
him
hem
She
zij
her
haar
It
het
it
het
We
wij
us
ons
You
jullie
you
jullie
They
zij
them
hen
Slide 1 - Tekstslide
Alle dieren en dingen zijn altijd: it.
The cat is hungry. It is hungry.
The dog is nice. It is nice.
The car is red. It is red.
Slide 2 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden - 2e rijtje
Slide 3 - Tekstslide
Object and subject pronouns
1. Wanneer gebruik ik de object pronouns?
2. Wat zijn de object pronouns?
3. Wanneer gebruik ik de subject pronouns?
4. Wat zijn de subject pronouns?
Slide 4 - Tekstslide
Fill in the right subject pronoun:
I have a dog and ..... is called Buddy.
A
he
B
she
C
it
D
they
Slide 5 - Quizvraag
What is the subject pronouns in this sentence:
She wants it
A
She
B
wants
C
it
Slide 6 - Quizvraag
Choose the right subject pronoun.
The car
A
He
B
It
C
You
D
She
Slide 7 - Quizvraag
Choose the correct subject pronoun.
_____ like school. (ik)
A
i
B
I
C
you
D
we
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het subject pronoun in de volgende zin?
'They want to talk to you'
A
You
B
They
Slide 9 - Quizvraag
A subject pronoun:
... is from Curacao. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct subject pronoun.
_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we
Slide 11 - Quizvraag
Choose the correct subject pronoun.
_____ like school. (ik)
A
i
B
I
C
you
D
we
Slide 12 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
Can you call _____ ?
A
her
B
him
C
me
D
he
Slide 13 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun:
Nice to meet ____
A
you
B
your
C
yours
Slide 14 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
Can you call _____ (hem)?
A
her
B
him
C
me
D
he
Slide 15 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
She loves ______ (jij).
A
you're
B
you
C
yours
D
your
Slide 16 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
My girlfriend kisses ______ (mij).
A
I
B
my
C
me
Slide 17 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
The teacher likes ______ (mij).
A
I
B
my
C
me
D
i
Slide 18 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun:
We're waiting for ___
A
he
B
his
C
him
Slide 19 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun.
I can see _____ (ze/hen).
A
me
B
her
C
them
D
it
Slide 20 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun:
Jim doesn't like ____
A
I
B
my
C
me
D
mine
Slide 21 - Quizvraag
Choose the correct object pronoun:
Can you help ____
A
we
B
us
C
our
D
ours
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Persoonlijke voornaamwoorden uitleg en oefeningen
15 dagen geleden
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
14 dagen geleden
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Theme 1-7
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Subject pronouns and object pronouns
December 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
b1b Week van 9-10 Persoonlijke voornaamwoorden
Oktober 2023
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammar A1 FIX les 2
Januari 2024
- Les met
20 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
subject vs object pronouns
December 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Pronouns - 1HA - 4/10 - c.1 - lesson 9
Oktober 2021
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1