2.2 De groei en opbouw van steden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

2.2 Groei en opbouw van Steden

Wat gaan we doen vandaag

- Herhaling 2.1 (Quiz)

- Verschillen tussen arme en rijke steden

- Aan de slag 2.2

Vraag 1: Een stad heeft vier kenmerken. Welke hoort er niet bij?

1. Bepaald aantal mensen
2. Weinig gebouwen op een groot gebied
3. Beroepsbevolking in industrie en diensten
4. Veel voorzieningen

Vraag 2: Bekijk de afbeelding.
Steden hebben vaak een gunstige ligging, namelijk:

1. In een gebied met heel veel ruimte
2. Bij water: rivier of kust
3. In laaggelegen gebieden
4. In een gebied met vruchtbare grond

wereldstad

megastad

hoofdstad

Meestal de regering van een land

10 miljoen inwoners

grote rol in wereld

vaak grootste stad, maar niet altijd

Vraag 4: De groei van steden heet...

Vraag 5: De twee belangrijkste redenen voor urbanisatie zijn:

1. De gezelligheid in een stad
2. Meer ruimte om te wonen
3. Hoog geboortecijfer
4. Hoop op een baan

Leerdoelen: je kunt straks...

1. het verschil in groei tussen steden in arme en rijke landen uitleggen.
2. uitleggen waarom de steden in een arm land anders gegroeid zijn dan in een rijk land.

Steden in arme landen

• Groeien vanaf 1960: door armoede op het platteland.
• Groei gaat zó snel, dat de stad de groei niet aankan.
• Krottenwijken.
• Soms worden krottenwijken verbeterd: riolering en elektriciteit.

Steden in rijke landen

• Groeien tijdens industriële revolutie
• Huizen worden gebouwd rond het centrum (waar de fabriek stond)
• Mensen verdienden meer geld: wilden buiten de stad wonen (suburbanisatie)
• Central Business District: zakencentrum met hoge flats

Steden in een arm land	Steden in een rijk land
- - -	- - -

Gegroeid vanaf Industriële revolutie

Gegroeid vanaf 1960

Steden groeien door armoede

Suburbanisatie

Krottenwijken

Central Bisuniss District

Aan de slag met 2.2:

Lees 'Steden in rijke landen' en 'Steden in arme landen' op bladzijdes 65 en 66.

Maak opdrachten 1, 2, 3 & 4 op bladzijde 64, 65 & 66 in het werkboek.

Doe dit op fluistertoon.

Leerdoelen: je kunt straks...

1. het verschil in groei tussen steden in arme en rijke landen uitleggen.
2. uitleggen waarom de steden in een arm land anders gegroeid zijn dan in een rijk land.