2.2 Groei en opbouw van steden

2.2 Groei en opbouw van Steden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Groei en opbouw van Steden

Slide 1 - Tekstslide

Deze week

Les 1:
- Herhaling 2.1 (Quiz)
- Verschillen tussen arme en rijke steden
- Aan de slag 2.2


Les 2:
- Wat ben ik!?
- Stadsplanning
- Aan de slag 2.2
- Nakijken 2.1 en 2.2

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1: Een stad heeft vier kenmerken. Welke hoort er niet bij?
A
Bepaald aantal mensen
B
Weinig gebouwen op een groot gebied
C
Beroepsbevolking in industrie en diensten
D
Veel voorzieningen

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 2: Bekijk de afbeelding.
Steden hebben vaak een gunstige ligging, namelijk:
A
In een gebied met heel veel ruimte
B
Bij water: rivier of kust
C
In laaggelegen gebieden
D
In een gebied met vruchtbare grond

Slide 4 - Quizvraag

wereldstad

megastad

hoofdstad
Meestal de regering van een land
10 miljoen inwoners

grote rol in wereld
vaak grootste stad, maar niet altijd

Slide 5 - Sleepvraag

Vraag 4: De groei van steden heet...

Slide 6 - Open vraag

Vraag 5: De twee belangrijkste redenen voor urbanisatie zijn:
A
De gezelligheid in een stad
B
Meer ruimte om te wonen
C
Hoog geboortecijfer
D
Hoop op een baan

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen: je kunt straks...
  1. het verschil in groei tussen steden in arme en rijke landen uitleggen.
  2. uitleggen waarom de steden in een arm land anders gegroeid zijn dan in een rijk land.

Slide 8 - Tekstslide

Steden in een arm land
Steden in een rijk land
-
-
-
-
-
-
Gegroeid vanaf Industriële revolutie
Gegroeid vanaf 1960
Steden groeien door armoede
Suburbanisatie
Krottenwijken
Central Bisuniss District

Slide 9 - Sleepvraag

Steden in rijke landen
  • Groeien tijdens industriële revolutie
  • Huizen worden gebouwd rond het centrum (waar de fabriek stond)
  • Mensen verdienden meer geld: wilden buiten de stad wonen (suburbanisatie)
  • Central Business District: zakencentrum met hoge flats

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Steden in arme landen
  • Groeien vanaf 1960: door armoede op het platteland.
  • Groei gaat zó snel, dat de stad de groei niet aankan.
  • Krottenwijken.
  • Soms worden krottenwijken verbeterd: riolering en elektriciteit.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag met 2.2:
Lees 'Steden in rijke landen' en 'Steden in arme landen' op bladzijdes 32 en 33.

Maak opdrachten 1, 2 en 3 op bladzijde 40 in het werkboek.

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen: je kunt straks...
  1. het verschil in groei tussen steden in arme en rijke landen uitleggen.
  2. uitleggen waarom de steden in een arm land anders gegroeid zijn dan in een rijk land.

Slide 17 - Tekstslide

2.2 Groei en opbouw van Steden

Slide 18 - Tekstslide

Deze week

Les 2:
- Korte herhaling Urbanisatie
- Stadsplanning
- Aan de slag 2.2
- Wat ben ik!?
- Nakijken 2.1 en 2.2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Gebruik Google: wat betekent 'stadsplanning'?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Wat is volgens jou infrastructuur?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Stadsplanning
Een plan over het inrichten van een stad. Hierbij wordt rekening gehouden met regels en wetten.

Infrastructuur:
Alles dat iets of iemand van A naar B kan verplaatsen.
Wegen, sporen, vliegroutes, kabels, rioleringen, leidingen etc.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag met 2.2:
Lees paragraaf 2 op bladzijdes 32 en 33.

Maak opdrachten 4, 5 en 6 op bladzijde 40 en 41 in het werkboek.

Klaar?: Blz. 44 Herhaling 2.1 en 2.2 (linkerkant)

Slide 26 - Tekstslide

Wat ben ik!?

Slide 27 - Tekstslide

Wat ben ik!?

Urbanisatie


Megastad

Stedelijk netwerk

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video