Publieksgericht schrijven

Leerdoel:
Je leert publiekgericht schrijven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel:
Je leert publiekgericht schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar houd je rekening mee als je een tekst schrijft?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Denk na over je schrijfdoel
Wat wil je bereiken met je tekst?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 7 tekstdoelen ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

Een tekstdoel is wat je schrijver met de tekst wil bereiken. Hij wil jou bijvoorbeeld informeren over een bepaald onderwerp. Zo heb je nog 6 andere tekstdoelen geleerd.
Pas je tekst aan aan je publiek
= publieksgericht
1. Bedenk wat je schrijfdoel is: wat wil je bereiken?
2. Kies een interessant onderwerp: wat begrijpt jouw publiek?
3. Houd rekening met de voorkennis van je publiek
4. Pas je taalgebruik aan (moeilijke woorden, lengte van je zinnen)
5. Denk ook aan een passende lay-out

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je neefje van 12 viert zijn verjaardag, maar jij kan niet komen. Wat stuur je hem via WhatsApp?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt net je rijbewijs en wilt je oma's auto lenen om mee naar een festival te kunnen rijden. Wat schrijf je haar?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je NIET op voordat je gaat schrijven?
A
Wat mijn publiek al weet over een onderwerp
B
Wat mijn publiek moet weten
C
Welke voorbeelden mijn publiek begrijpt
D
Wat mijn publiek leuke boeken vindt

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je rekening houden met je schrijfdoel?
A
Omdat de docent dit zegt
B
Omdat je dan bereikt wat je wilt bereiken
C
Omdat dat leuker is
D
Omdat je tekst dan boeiender wordt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is slim om hele moeilijke woorden te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een tekst schrijft, moet je altijd zoveel mogelijk opschrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je je goed concentreert, hoef je je eigen tekst na het schrijven niet te checken op fouten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'schrijftip' is je het meest bijgebleven?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nu weet je...
...hoe je jouw tekst aanpast aan jouw publiek!

  • Werk verder aan je verslag 
  • Neem morgen weer je boek, schrift en laptop mee
  • Blijf zitten tot de bel gaat

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies