66. Thema 8, week 3, les 12, context

Je controleert de betekenis van een woord aan de hand van de context.
Wat wordt bedoeld met het woord context?
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Je controleert de betekenis van een woord aan de hand van de context.
Wat wordt bedoeld met het woord context?

Slide 1 - Open vraag

lesdoel
Ik leer de context te gebruiken om achter de betekenis van een woord te komen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat recalcitrant beteent.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent principe in deze zin?
A
B

Slide 6 - Quizvraag

Lees de tekst, wat betekent secundair?
A
gezond
B
volkomen begrijpelijk
C
onvergeeflijk
D
minder belangrijk

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord past onder de vlek?
A
van mening
B
vol verwachting
C
aangenaam
D
verwerpelijk

Slide 8 - Quizvraag

Zoek de betekenis van het woord op in het woordenboek, blz. 58

Slide 9 - Open vraag

Taal
Thema 8 - week 3 - les 12

Opgave 2 en 3
20 x plussen

Slide 10 - Tekstslide