Kapitel 4 Spitzensport und Freizetfans

Spitzensport und Freizeitfans
S. 4 und S. 5
Textbuch
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spitzensport und Freizeitfans
S. 4 und S. 5
Textbuch

Slide 1 - Woordweb

Bobsport

A
Schnee
B
Eis

Slide 2 - Quizvraag

Snowboarden
A
Schnee
B
Eis

Slide 3 - Quizvraag

Eishockey
A
Schnee
B
Eis

Slide 4 - Quizvraag

Skispringen
A
Schnee
B
Eis

Slide 5 - Quizvraag

Eisschnellauf
A
Schnee
B
Eis

Slide 6 - Quizvraag

Freestyle-Skiing
A
Schnee
B
Eis

Slide 7 - Quizvraag

Aufgabe 1.1 Landeskunde S. 5 

Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 2.1 Landeskunde S. 5

Slide 9 - Tekstslide

Aufgabe 3.1 Landeskunde S. 7

Slide 10 - Tekstslide

Weltmeisterschaft (wm) Dameneishockey

Slide 11 - Tekstslide

1. Bij het WK-ijshockey voor vrouw
2. de trainer van de Duitse ploeg
3. veel speelsters waren geblesseerd
4. sinds een jaar
a. dus speelce denise opeens in het Duitse team.
b. was het een verrassing dat Denise meedeed.
c. woont Denise in Calgary, in Canada.
d. had Denise voor een trainingsweek uitgenodigd.

Slide 12 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd? 
Meisjesvoetbal is heel populair in Duitsland. Er is zelfs een ‘Tag des Mädchenfußballs’.
Sebastian Vettel en Schumacher zijn Formule 1-coureurs (autoracen).
Ijshockey is veel populairder in Duitsland dan in Nederland. Het WK Ijshockey werd in 2010 in Duitsland gehouden.

Slide 13 - Tekstslide

Hören: “die Sportergebnisse”
Bij veel sporten zijn er winnaars. En als er winnaars zijn, zijn er ook verliezers. Bij sommige teamsporten kan er worden gelijkgespeeld. Luister naar Sportergebnisse. Schrijf onder het logo van de sport de uitslag, tijd of afstand.
Was? Aufgabe 3.2 auf Seite 8
Wie lange? 10 Minuten

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3.2
a. 35 - 21
b. 0 - 3
c. 20,20 meter
d. 4 - 1
e. 37,96 seconden
f. 86,27 meter
g. 5 - 3
h. 131 meter

Slide 15 - Tekstslide




Je gaat verder met woordenschat en grammatica.

Was? (wat?) 3.3 bis zur Aufgabe 3.6

Wie? (hoe?) zu zweit

Wie lange (hoelang?) bis zum Ende der Stunde

Fertig? (klaar?) 3.7

Slide 16 - Tekstslide

Aufgabe 3.3 tot 3.6 
Je gaat verder met woordenschat en grammatica.
Was? (wat?) 3.3 bis zur Aufgabe 3.6

Wie lange (hoelang?) bis zum Ende der Stunde
Fertig? (klaar?) 3.7

Slide 17 - Tekstslide