§3.3 Geld lenen kost geld.

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

§3.3 Geld lenen kost geld.

Eerst het filmpje bekijken, daarna de vragen maken!

Wat gebeurt er met de schuld gedurende de looptijd?

1. Neemt toe
2. Blijft gelijk
3. Neemt af
4. geen van deze antwoorden

Je komt deze maand geld tekort: je uitgaven zijn groter dan je inkomsten. Je betaalt je rekeningen via je betaalrekening, zonder een lening aan te vragen.

Welke kredietvorm is dit?

1. Persoonlijke lening
2. Doorlopend krediet
3. Salariskrediet (rood staan)
4. Hypothecaire lening

Wat is het verschil tussen een persoonlijke lening of een doorlopend krediet?

Tess leent €3000 en kiest voor een looptijd van drie jaar. 

Bereken de kredietkosten. 

1. €97
2. €492
3. €3000
4. €3492

Het termijnbedrag bestaat alleen uit de te betalen rente per termijn.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een krediet?

1. Een ander woord voor lening
2. De rente en de aflossing samen
3. De vergoeding voor het gebruik van het geld van de bank
4. Het bedrag dat je betaalt om je lening af te lossen

Je wordt werkloos en bent op zoek naar een baan. Wordt je kredietlimiet hoger of lager en waarom?

Voor een consumptief krediet heb je bij de banken keuze uit verschillende kredietvormen.
Welke van de onderstaande kredietvormen is geen kredietvorm voor een consumptief krediet?

1. Persoonlijke lening
2. Hypotheek
3. Salariskrediet
4. Doorlopend krediet

Uit welke gedeelte(n) bestaat een termijn (oftewel een termijnbedrag)?

1. de rente
2. de aflossing
3. de kredietkosten
4. de rente en de aflossing

Je wilt iets kopen voor € 1.597,- het termijn bedrag is € 50,- en de looptijd is 3 jaar.

1. De kredietkosten zijn € 1.800,-
2. De kredietkosten zijn € 203,-
3. De kredietkosten zijn € 1.447,-
4. De kredietkosten zijn € 150,-

De looptijd is de tijd tussen het afsluiten en het volledig afgelost hebben van de lening.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is in termijnen betalen?

1. geld in 1x overmaken
2. geld niet terugbetalen
3. geld lenen
4. geld in periodes terugbetalen

Wat is de looptijd?

1. De tijd die je hebt om het geld te lenen
2. De tijd die je krijgt om op zoek te gaan naar een baan
3. De tijd die je hebt om het geleende geld terug te betalen
4. De tijd die de mensen nodig hebben om te lenen

Je schaft een fiets aan in een fietswinkel met een contract, waarbij je iedere maand hetzelfde bedrag betaalt.

Welke kredietvorm is dit?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet (rood staan)
3. Hypothecaire lening
4. Kopen op afbetaling

Wat is geen leenmotief?

1. Je hebt een tijdelijk geldtekort.
2. Je wilt de aankoop van een duurzaam consumptiegoed niet uitstellen.
3. Je wilt een woning kopen. Je sluit dan een hypothecaire lening.
4. Je leent voor de rente.

Vul het juiste woord in:
hoe langer de looptijd van een lening, des te .......... de kredietkosten

1. hoger
2. lager

Je leent €1.000 met een looptijd van twee jaar en betaalt in maandtermijnen van €100,-. Wat zijn de kredietkosten?

1. €1000
2. €1200
3. €1300
4. €1400

Je leent €15.000 met een looptijd van vijf jaar en betaalt in maandtermijnen van €300,-. Wat zijn de kredietkosten?

1. €3000
2. €11400
3. €600
4. €13500

Welk leenmotief past hier het best bij?

1. Onverwacht geldtekort
2. Tijdelijk geldtekort
3. Koop van een gebruiksgoed
4. Koop van een huis

Bij welke kredietvorm mag je het afgeloste bedrag steeds weer opnieuw lenen?

1. Hypotheek
2. Salariskrediet
3. Persoonlijke lening
4. Doorlopend krediet

Kredietkosten =
(aantal termijnen × termijnbedrag) – leenbedrag​

​

1. Juist
2. Onjuist

Als ik een hypotheek afsluit, wat is dan mijn leenmotief?

1. Geldtekort
2. Consumptiegoed willen aanschaffen
3. Huis willen kopen
4. Onverwachte tegenvaller

Maak nu de rekenvragen

 11 tm 14 op pagina 95