Vanaf de geboorte liggen ong. 350.000 onrijpe eicellen in blaasjes te wachten op hun beurt. Er komen er vanaf de pubertijd ong. 500 tot rijping.
In de eerste 10 dagen na de mensturatie rijpen er ongeveer 20 verse follikels (blaasje met eicel). Die zijn verspreid over de 2 eierstokken.
Eén dominante eicel groeid door en rijpt (19 stoppen er met groeien).
Soms rijpen er meer dan één (kans op tweeling of meerling).
Er is geen directe verbinding tussen de eierstokken en de eileiders. Er is een soort vliesje. De eicel moet een soort sprongetje maken (eisprong). De rijpe eicel rekt wat uit en barst open. De eicel trilt zich door het vliesje van de eierstok (kan pijnlijk zijn). Er kan wat bloedverlies zijn en vocht vrijkomen in de buikholte.