H3 taalverzorging les 1 - het voltooid deelwoord (14-2)
25
26
27
19
20
21
22
23
24
13 Yasir
14 Giovanni
15 Jordy
16 Berke Can
17 Abdullah
18 Jonas
7 Aras
8 Ilkan
9
10
11 Garbis
12
Quinten
1 Lucas
2 Bryan
3 Sol
4 Jayden
5 Ermias
6 Alan
Docent
Bord
Klas 3b3 nieuwe klasopstelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
25
26
27
19
20
21
22
23
24
13 Yasir
14 Giovanni
15 Jordy
16 Berke Can
17 Abdullah
18 Jonas
7 Aras
8 Ilkan
9
10
11 Garbis
12
Quinten
1 Lucas
2 Bryan
3 Sol
4 Jayden
5 Ermias
6 Alan
Docent
Bord
Klas 3b3 nieuwe klasopstelling
Slide 1 - Tekstslide
Eerste 5 minuten lezen
herhalende instructie voltooid deelwoord
Samen enkele opdrachten
Maken opdracht 1 t/m6
Nakijken: taalverzorging
Doel: jullie kunnen het voltooid deelwoord goed spellen
Persoonsvormen en voltooid deelwoorden die hetzelfde klinen goed spellen (blz. 112)
Klaar? Online taalverzorging
Verlengde instructie:
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Wat was het onderwerp van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
De auto is naar de garage....
timer
0:15
A
gesleept
B
gesleepd
Slide 4 - Quizvraag
Wat leer je deze les?
Je leert het voltooid deelwoord in de zin te herkennen.
Je leert hoe je een voltooid deelwoord moet schrijven.
Je leert het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord bij lastige woorden.
Slide 5 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd).
pv
vd
De docent is uitgegleden.
is
uitgegleden
De leerlingen hebben geschaatst.
hebben
geschaatst
Slide 6 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Schrijf het voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk. Let op:
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -en: gebleven, gesprongen.
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op -t of -d. Maak het woord langer. Je hoort dan welke letter het moet zijn: gesnapt(e), geschild(e).
Vaak begint een voltooid deelwoord met ge- (geschreven, gewaaid), maar ge- kan ook ergens anders staan, bijvoorbeeld: opengemaakt.
Slide 7 - Tekstslide
Lastig??!!
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken hetzelfde, maar je schrijft ze meestal verschillend.
Hulpwerkwoorden: hebben, zijn en worden ♥ vd
pv tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord
Er gebeurt buiten niets.
Er is buiten niets gebeurd.
Hij verhuist naar Italië.
Hij is naar Italië verhuisd.
Hij gelooft zijn ogen niet.
Hij heeft zijn ogen niet geloofd.
Slide 8 - Tekstslide
De docent is vandaag ziek .....
timer
0:15
A
gemelt
B
gemeld
Slide 9 - Quizvraag
Jullie hebben vandaag goed....
timer
0:15
A
gewerkt
B
gewerkd
Slide 10 - Quizvraag
Ik heb mijn slaapkamer....
timer
0:15
A
verandert
B
veranderd
Slide 11 - Quizvraag
Jullie hebben wel vakantie .....
timer
0:15
A
verdient
B
verdiend
Slide 12 - Quizvraag
Wat heb je geleerd
Je herkent het voltooid deelwoord in de zin.
Je oefent hoe je een voltooid deelwoord moet schrijven.
Je herkent het verschil tussen de persoonsvorm en het voltooid deelwoord.