Schrijf het voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk. Let op:
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -en: gebleven, gesprongen.
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op -t of -d. Maak het woord langer. Je hoort dan welke letter het moet zijn: gesnapt(e), geschild(e).
Vaak begint een voltooid deelwoord met ge- (geschreven, gewaaid), maar ge- kan ook ergens anders staan, bijvoorbeeld: opengemaakt.
Slide 7 - Tekstslide
Voltooid deelwoord (2)
Sommige werkwoorden zijn erg lastig. Ze beginnen met ge-, ver-, be-, ont-, her- of over-.
Bij het voltooid deelwoord zet je er dan geen ge- voor.
Slide 8 - Tekstslide
Zelfstandig aan het werk
Opdracht:
Maak nu zelfstandig alle opdrachten online/in je boek blz 83