4.3 Verspreiding van het christendom

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


Paragraaf: 4.3 De verspreiding van het Christendom

Slide 3 - Tekstslide

lesprogramma
doelen
terugblik
quiz
afronden 
huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen
je kunt uitleggen:
hoe het christendom zich verspreidde over Europa

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
geef antwoord op de volgende vraag:
wat is het voordeel en nadeel van het zijn van een horige, vrije boer, lijfeigene en domeinheer ? 
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

vaktaal: continuïteit en verandering. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 7 - Open vraag

Bekijk bron 1, blz. 28.
Het is voorbeeld van verandering ten opzichte van de Romeinse tijd, want
A
in de Romeinse tijd waren de Germanen in Duitsland al christen
B
in de Romeinse tijd waren de Germanen in Duitsland polytheistisch
C
in de Romeinse tijd waren de Germanen in Duitsland bijgelovig
D
in de Romeinse tijd aanbaden de Germanen in Duitsland de Keizer

Slide 8 - Quizvraag

Welke vragen van paragraaf 2 snapte je niet?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 13 - Quizvraag

Noem 2 manieren waarop missionarissen heidenen tot het christendom probeerden te bekeren.

Slide 14 - Open vraag

Welke manier werkt het best denk je?
Waarom?

Slide 15 - Woordweb

Vermenging van culturen
Germaanse tradities + christendom
 = Kerstmis (geboorte Jezus + midwinter)
 = Pasen (opstanding Jezus + lentefeest)

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
doorlezen 4.3 en maken samenvatting 
maken vragen 1 t/m 7

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waarom is de macht van de geestelijkheid zo groot?

Slide 21 - Open vraag

Wie was de leider van de kerk in de tijd van de ridders en monniken?

Slide 22 - Open vraag

Wat zijn concilies?

Slide 23 - Open vraag

De drie standen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

In welke stand kon een vrouw in de middeleeuwen een belangrijke functie hebben?
A
boerenstand
B
geestelijkheid
C
Adel

Slide 26 - Quizvraag

Je mogelijkheden in het leven hingen in de Middeleeuwen af van
A
de stand waarin je geboren werd
B
De talenten die je had
C
de studies die je had gedaan
D
de daden die je had verricht

Slide 27 - Quizvraag

Je mogelijkheden in het leven hingen in de Middeleeuwen af van
A
de stand waarin je geboren werd
B
De talenten die je had
C
de studies die je had gedaan
D
de daden die je had verricht

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn geestelijken?

Slide 30 - Open vraag

Vrouwelijke geestelijken in het klooster heten...
A
monniken
B
nonnen
C
geestelijken
D
dominees

Slide 31 - Quizvraag

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 32 - Quizvraag

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 33 - Quizvraag