Keuzedeel pabo WO - les 7 - geschiedenis - woensdag 24 maart

Keuzedeel pabo - GS - les 7
Woensdag 17-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 4. Tijd van steden en staten 1000 - 1500 deel 1



1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel pabo - GS - les 7
Woensdag 17-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 4. Tijd van steden en staten 1000 - 1500 deel 1



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar werd je de afgelopen dagen blij van?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 3 - Woordweb

De witte tekening is: een stadspoort 
Op de achtergrond zie je: de binnenkant van een gotische kerk
Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
500-1000
B
1000-1500
C
1500-1600
D
1600-1700

Slide 4 - Quizvraag

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak? 
Prehistorei
Oudheid
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Wat weet je al van de steden en staten? Waar denk je aan?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je ingevuld in je schema (tijdvak 3)?

Deel foto / belangrijke begrippen

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 7
14.15 - 15.45
  • Start
  • Herhaling
  • Theorie 4.1
  • Opdrachten werkboek 4.1
  • Pauze 
  • Theorie 4.2
  • Opdrachten werkboek 4.2
  • Afronding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Welk woord hoort er niet bij?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Noormannen
D
Boeren

Slide 9 - Quizvraag

Dit begrip hoort niet bij de middeleeuwse standenmaatschappij
2. Welk woord hoort er niet bij?
A
Klooster
B
Palts
C
Missionaris
D
Onderwijs

Slide 10 - Quizvraag

Dit hoort bij het hof van de Frankische vorsten (karel de Grote). De andere begrippen horen bij monniken -

Palts: kasteel waaruit de koningen konden besturen/verbleven
3. Welk woord hoort er niet bij?
A
Leen
B
Horige
C
Herendienst
D
Landheer

Slide 11 - Quizvraag

Leen hoort bij het leenstelsel de andere begrippen horen bij het hofstelsel
4. Welk woord hoort er niet bij?
A
Vazal
B
Koning
C
Geld
D
Leen

Slide 12 - Quizvraag

Bij het leenstelsel werd geen geld maar grond in leen gegeven. De andere begrippen horen wel bij het leenstelsel. - vazal = leenman 
5. Welk woord hoort er niet bij?
A
Karel de Grote
B
Limes
C
Franken
D
Paus

Slide 13 - Quizvraag

Dit hoort bij het Romeinse Rijk. De andere begrippen gaan over het Frankische Rijk.
Doelen tijdvak 4: de late middeleeuwen (steden en staten)


De aspirant-student kan: 
  • de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen;
  • uitleggen waarom de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel;
  • aan de hand van het Bourgondische Rijk het ontstaan van staten binnen Europa beschrijven;


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1.2 Gebruik van de grond
Verbetering van landbouw -> van agrarische -> agrarische stedelijke samenleving
  • Ontginning van woeste gronden 
  • Nieuwe landbouwwerktuigen (hout -> ijzer)
  • Invoering drieslagstelsel            
                  
                          graanoverschotten     

Handel -> geldeconomie              Specialisatie (ambachten - gildes)
Bevolkingsgroei                                          Meer handel
                                                                                 Ontstaan van grote steden

Slide 15 - Tekstslide

Ontginning: gereedmaken van een gebied voor landbouwgebruik (sloten werden gegraven, aanleggen van dijken tegen overstroming, dammen - havenkommen - deze plaatsen trokken scheepvaart visserij en handel aan - zo ontstonden damsteden als amsterdam, zaandam

Invoering drieslagstelsel. 
Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken verdeeld. Ieder jaar had het stukje grond een andere bestemming. Ene jaar zomergraan, wintergraan en daarna even niets (braakliggend grond). Zo kon de grond herstellen. 

Voedseloverschot leidde tot arbeidsspecialistaie - ambachten - die sloten zich aan bij een gilde en het ontstaan van markten (handel)
Zoek nog eens op hoe het drieslagstelsel werkt.

Omschrijf het in eigen woorden.

Slide 16 - Open vraag

Invoering drieslagstelsel.
Bij het drieslagstelsel werd de landbouwgrond in 3 stukken verdeeld. Ieder jaar had het stukje grond een andere bestemming. Ene jaar zomergraan, wintergraan en daarna even niets (braakliggend grond). Zo kon de grond herstellen. 
4.1 Nederzettingen groeien uit tot steden
  • Meer rust en veiligheid door vorst -> stadsrechten
  • Herleven van handel - voedseloverschot -> leidt tot arbeidsspecialisatie -> gildes en ontstaan handel (markten)
  • Marktplaatsen -> steden (vaak a/h water)
  • Gilde voor ambachtslieden - specialisaties - in steden 
  • Hanze: samenwerkingsverband door handelaren en steden -> 
       handel op Europese schaal
  • Rijkdom edelen nam toe door belastingheffing

Slide 17 - Tekstslide

  • vorsten (graven en hertogen) zorgden voor meer veiligheid en handel omdat zij hier zelf ook van profiteerden. Zij gaven privileges zoals stads- en marktrechten. 

  • De ambachtslieden sloten zich aan bij een gilde om elkaar te ondersteunen. Zij stelde regels op waar iedereen zich aan moest houden. Hierdoor wilden zij concurrentie beperken en collega's buiten de stad te houden. In de steden ontstonden werklieden van hetzelfde beroep die zich aaneen sloten bij een gilde. Lid van een gilde word je als leerling (gezel) bij een meester en door daanra een meesterproef af te leggen

  • Hanzesteden konden door samenwerking hun belangen beschermen door bijvoorbeeld zeeroutes te beschermen. De steden aan de ijssel sloten zich hierbij aan. Dat ze verschillende munten hadden in deze gebieden stuitte nog wel eens op problemen> Ze hadden andere waarden. 
4.1.3. Groeiende macht v/d stad - stadsbestuur
Steden  zelfstandiger/machtiger t.o.v. de adel/vorst: verschuiving machtspositie andere standen
--> standen: adel, geestelijkheid, boeren + stedelingen (burgers)
Stadsrechten: vb: eigen bestuur, verdedigingswerken, marktrechten

Stadsbestuur
  • Schout en schepenen 
  • Vroedschap - rechters
  • Burgermeester

Slide 19 - Tekstslide

De middeleeuwen werden eerst gekenmerkt door een standenmaatschapij met de 3 standen zoals we vorige weken bespraken. Met de groei en bloei v/d steden kwam een 4e stand op: de burgerij. Uiteindelijk moest de adel macht afstaan ten gunst v/d burgerij. 

Er kwamen meer mensen en de stad had behoefte aan leiding. De heersende vorst/adel gaven stadsrechten af om eigen bestuur, vorm ter geven en wetten en belastingen te bepalen. Zij werden hier rijker door maar verloren gaandeweg hun macht. 

Eerst had je vazallen (leenheren) - leenstelsel verdween). Nu kwamen er ambtenaren. 

Stadsbestuur: in het bestuur v/e stad waren de volgende functies te onderscheiden: 
  • Schout en schepenen: zij waren er voor het handhaven van orde en rust. Schout soort van hoofd politie/justitie. Zij maakten stedelijke wetten. 
  • Vroedschap: een groep wijze mannen die geraadpleegd werd over belangrijk zaken voor de stad. Zij controleerde het bestuur
  • Burgermeesters verzorgden de uitvoerende taken v/h stadsbestuur
Opdracht 4.1 en pauze!
  • Vul in met wie je volgende week in een break-out room wil samenwerken 
  • Lees de tekst en maak de opdrachten 4.1.

Al gedaan of klaar? 

  • Neem de begrippen uit het gele mapje door (4.1 - 4.3)
  • Vul het schema vast in
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzoek-opdracht
  • Zoek alles op over Floris de Vijfde... 
  • Je mag je boek gebruiken en sites

Tip:
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu over Graaf Floris V?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Zelfstandige vorsten in een groot rijk
Graaf Floris V: 1254 - 1296
  • Graaf van Holland en Zeeland
  • Voerde oorlog met Friezen - versloeg ze
  • Ridderzaal
  • Vermoord bij het Muiderslot


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2.2. Bourgondische Rijk - ontstaan van staten
  • Vorsten versterken centraal gezag, minder afhankelijk van adel door huurlegers
  • Spanning tussen vorst en steden

Hertogen Bourgondië breidden tussen 1385 & 1477 gebied verder uit door:
  • Verdragen
  • Veroveringen (streven naar groot rijk tussen Frankrijk - Duitse Rijk - centralisatie)
  • Chantage

  • Statengeneraal
  • Ambtenaren i.p.v. vazallen 
  • Landen -> gewesten (Brabant, Limburg, Holland, Zeeland, Utrecht)


Slide 24 - Tekstslide

Jullie hebben net al gelezen en gehoord dat de vorsten hun macht vergrootten ten koste van de adel. Zij waren als enige in staat zich een huurleger te veroorloven dankzij belastinggelden. De vorst probeerde steeds meer vanuit een centrale plaats mbv ambtenaren een gebied te besturen. Een voorbeeld hiervan waren de herhogen van Bourgondie. 

Zij slaagden erin verschillende gebieden bijeen te voegen tot een grotere eenheid; het Bourgondische Rijk. Ook delen v/d Lage landen behoorden tot dit rijk. De lage landen werden gewesten (later provincies genoemd). Dit ging onder het bestuur van Filips de Goede.

Vertegenwoordigers van de gewesten mochten meepraten in een algemene vergadering: Statengeneraal (gebruikte hij om belasting te vragen en daar betaalt hij het leger van)
Opdrachten 4.2
  • Je maakt de vragen uit het werkboek 4.2
  • Kijk de opdrachten na -> zie bestand in Teams!

Klaar? 
  • Vul je schema in
  • Neem de begrippen uit het gele mapje door (4.1 - 4.3)
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het komende werkmomentje
Werk ik graag alleen
Werk ik graag samen in een break-out room

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit de les?

Tips/tops/vragen?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: helft v/d les herhaling Tijdvak 1 - 4 -> in groepjes.

Welke ideeen heb je hiervoor? Waar liggen jouw behoeftes?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding & les 8
Huiswerk
  • H4 lezen 
  • Schema H4 starten
  • Optioneel: filmpjes na deze les bekijken

Volgende week - les 8 -  Tijdvak 4 - deel 2
  • 4.3 (en 4.4) en herhaling alle tijdvakken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies