2G 0712

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vul de past simple van het werkwoord in.

Ginny ___ (arrive) to the party late.

Slide 3 - Open vraag

___ Kilian ___ (send) us a Christmas card?

Slide 4 - Open vraag

They ___ (go) to Greece last summer.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Vul de past continuous van het werkwoord in.

Dad ___ (sleeping) during the ceremony.

Slide 7 - Open vraag

My brothers ___ (not - laughing) at you.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Kies de juiste zin.
A
Dad ordered a solar car from Germany last week.
B
Dad ordered a solar car last week from Germany.
C
Dad ordered last week a solar car from Germany.

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
A
Your package will be delivered in five days to your house.
B
Your package will be in five days delivered to your house.
C
Your package will be delivered to your house in five days.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik used to + hele werkwoord.

I ___ (go) swimming every Friday afternoon.

Slide 13 - Open vraag

There ___ (be) a gym here.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Gebruik de juiste tijd: past simple of past continuous. Gebruik een komma tussen de antwoorden.

I ___ (watch) a series when you ___ (text) me

Slide 16 - Open vraag

It ___ (start) raining while we ___ (wait) in line at the cinema.

Slide 17 - Open vraag

Henry fell asleep on the sofa while he ___ (watch) a TV series.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

___ often do you go to the movies?

Slide 20 - Open vraag

___ other languages do you speak?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de present simple in.

He always ____ (try) to help me with my homework.

Slide 23 - Open vraag

___ you often ___ (read) books about history?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Kies de juiste bezittelijke vorm.
A
my friends's parents
B
my friends' parents
C
the parents of my friends

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

___ I meet you by the entrance tonight?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Vul de juiste bezittelijke vorm in. Gebruik een - tussen de antwoorden.

It's ___ puppy. - It's yours. - It's a puppy ___.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in. Gebruik to be going to + verb.

My cousin says I ___ (like) San Francisco.


Slide 32 - Open vraag

Vul de juiste vorm in. Gebruik to be going to + verb.

___ Josie ___ (take) the bus to her friend's house?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Maak de zin af. Gebruik een tag.

My friend Patty is a clever girl, ___?

Slide 35 - Open vraag

Maak de zin af. Gebruik een tag.

The traffic light aren't green yet, ___?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide