Je wordt beoordeeld op je schrijfvaardigheid (en taalverzorging) Nederlands. Dit examen bepaalt of je schrijfvaardigheid op niveau 3F van het Referentiekader beheerst.
Slide 6 - Tekstslide
Voorwaarden voor beoordeling
De opdrachten zijn in het Nederlands geschreven;
De opdrachten zijn voldoende leesbaar;
Minimaal 80% van het totaal van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
Wanneer je examen niet voldoet aan deze precondities, wordt het niet beoordeeld.
Slide 7 - Tekstslide
Geitenboeren die bokjes te snel naar de slacht brengen ... moeten ze hoge boetes geven.
A
die
B
dat
C
wat
Slide 8 - Quizvraag
U wilt graag een tussentijds verslag over ons project. Dat kan kort zijn, want we willen ... tijd niet verspillen.
A
je
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 9 - Quizvraag
Heeyyyy, Tof dat we morgen met school naar de film gaan. Gaan we met ... auto?
A
jou
B
jouw
C
u
D
uw
Slide 10 - Quizvraag
Tijdens mijn stage kon ik altijd vertrouwen ... jullie ondersteuning.
A
aan
B
met
C
op
D
van
Slide 11 - Quizvraag
Op mijn stagebedrijf hadden we te kampen ... wanbetalers.
A
aan
B
met
C
tegen
D
uit
Slide 12 - Quizvraag
Na welk woord schrijf je een komma?
We werken erg hard hier in Spanje maar het is wel erg gezellig.
A
na hard
B
na hier
C
na Spanje
D
na maar
Slide 13 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
interessante herinneringen
B
interesante herinneringen
C
interessante herineringen
D
interesante herineringen
Slide 14 - Quizvraag
Schrijfproducten examen
Tijdens het examen schrijf je dus twee/drie van de volgende producten: