Burgerschap Les 3 Je contract

Thema Werk
Je contract
Thema werken
Je contract
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema Werk
Je contract
Thema werken
Je contract

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je...
  • wat er in een contract staat
  • dat een werknemer en een werkgever zich allebei aan een contract moeten houden
  • wat met het minimumloon wordt bedoeld

Slide 2 - Tekstslide

Contract
Als je een nieuwe baan hebt, krijg je een contract.
In je contract staan afspraken tussen jou en je werkgever.
Bijvoorbeeld: werktijden of je loon

Je moet je aan de afspraken houden die in je contract staan. Ook je werkgever moet zich hieraan houden!

Slide 3 - Tekstslide

Soorten contracten
  • voor onbepaalde tijd
  • voor bepaalde tijd
  • uitzendovereenkomst
  • detacheringsovereenkomst
  • modelovereenkomst
  • oproepovereenkomst

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Lees het contract op de volgende dia en beantwoord de vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wie is de werkgever van Mehmed?

Slide 7 - Open vraag

Hoelang kan Mehmed bij het bedrijf werken?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel uur gaat Mehmed per week werken?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel gaat Mehmed verdienen?

Slide 10 - Open vraag

Waarom is het belangrijk dat deze afspraken in een contract staan?

Slide 11 - Open vraag

Onder welk soort contract valt dit contract?
A
voor onbepaalde tijd
B
oproepovereenkomst
C
uitzendovereenkomst
D
voor bepaalde tijd

Slide 12 - Quizvraag

Belangrijke onderwerpen om vast te leggen in het contract
  • Werktijden
  • Vakantiedagen
  • Ziek melden
  • Loon
  • Pauzetijden

Slide 13 - Tekstslide

Loon
In je contract staat hoeveel geld je verdient. 
Het geld dat je per maand verdient met werken, noem je loon.

Jouw werkgever moet jou tenminste het minimumloon betalen.
De hoogte van het minimumloon hangt af van je leeftijd.

Slide 14 - Tekstslide

Minimumloon per 1 januari 2021

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Lees de tekst op de volgende pagina en beantwoord de vragen.

Slide 16 - Tekstslide

Sander heeft een vraag over zijn loon

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is het bedrag dat in Sander's contract staat anders dan het bedrag dat op zijn rekening wordt gestort?

Slide 18 - Open vraag

Krijgt Sander meer dan het minimumloon?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het minimumloon dat jij zou moeten verdienen volgens de tabel?

Slide 20 - Open vraag

Wat vind jij ervan dat de hoogte van het minimumloon afhangt van je leeftijd?

Slide 21 - Open vraag

Bruto en nettoloon
Brutoloon = het salaris dat je verdient
Nettoloon = het salaris dat je op je rekening krijgt gestort

Brutoloon - loonheffing = nettoloon

Op de volgende dia een voorbeeld hoe 
dat op een salarisstrook eruit ziet.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Loonheffing
Dit is de verzamelnaam voor: loonbelasting en premievolksverzekeringen

Loonheffingskorting = als je werkt heb je recht op korting op je belasting. Je vraagt deze korting aan bij je werkgever. Hij betaalt minder belasting en jij krijgt meer loon. 


Slide 24 - Tekstslide

Welke zin is juist?
Het minimumloon is...
A
het loon dat je krijgt als je gaat stage lopen
B
het loon dat jouw werkgever jou ten minste moet betalen
C
de belasting die van je loon wordt afgetrokken
D
het loon dat een werkgever verdient

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt met je loon bedoeld?
A
je werktijden bij het bedrijf waar je werkt
B
het geld dat je ten minste moet verdienen
C
het geld dat je verdient met werken
D
de afspraken tussen jou en je werkgever

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Welke zin past bij deze afbeelding? (vorige dia)
A
hoe ouder je bent, hoe minder loon je krijgt
B
de hoogte van het minimumloon hangt af van je leeftijd
C
in je contract staat hoeveel geld je verdient
D
alle werknemers krijgen hetzelfde loon

Slide 28 - Quizvraag

Maak de zin af.
In je contract...
A
staan afspraken waar de werknemer en werkgever zich aan moeten houden
B
staat welke opleidingen je hebt gedaan en welke werkervaring je hebt
C
staat hoeveel loon jouw werkgever jou tenminste moet betalen
D
staan afspraken waar alleen de werknemer zich aan moet houden

Slide 29 - Quizvraag