Past Simple & Present Perfect

Present Perfect/Past Simple
- Present Perfect / Past Simple
- Short Quiz





Lesson Objective:
- You understand the PS and PP 

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect/Past Simple
- Present Perfect / Past Simple
- Short Quiz





Lesson Objective:
- You understand the PS and PP 

Slide 1 - Tekstslide

Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd.
2 manieren:
-->  werkwoord + ed : worked
--> vorm van het onregelmatig werkwoord :
go went gone

Slide 2 - Tekstslide

Past simple

Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.


Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.

Slide 3 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 4 - Tekstslide

Verschil present perfect en past simple


signaalwoorden:

Present perfect: already, for, since, how long.--> FYNE JAS
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Past simple vs Present Perfect
Past simple: is finished and you know when it happened.
yesterday, last week, a month ago, in 1990, etc...
Ezelsbrug: LADY (last, ago, date, yesterday)

Present perfect: (1)just finished / you notice the results now, (2)still going on now, (3)experience, (4)don't know when it happened.
Signaalwoorden: for, yet, never, ever, just, already, since, lately
Ezelsbrug = FYNE JAS

Slide 7 - Tekstslide

Fill in: Mr Tip _____ (watch) the film Spectre last Monday evening.
A
has watched
B
watched

Slide 8 - Quizvraag

Fill in: Mr Tip ____ (be) a teacher for ten years now.
A
was
B
is
C
has been

Slide 9 - Quizvraag

Fill in: Mr Tip ____ (dive) in the Red Sea a couple of times.
A
dived
B
has dived

Slide 10 - Quizvraag

Fill in: Mary ____ (buy) some flowers at the store yesterday.
A
buyed
B
bought
C
has buyed
D
has bought

Slide 11 - Quizvraag

Fill in: Michael Jackson ____ (be) very good at singing when he was still alive.
A
was
B
has been

Slide 12 - Quizvraag