Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
KNM woordenschat thema 7 instanties
KNM woordenschat thema 7
INSTANTIES
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
knm
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
KNM woordenschat thema 7
INSTANTIES
Slide 1 - Tekstslide
De gemeente
Hoe goed ken je de woorden?
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent
aangifte doen?
(bij de gemeente of politie)
A
toestemming vragen
B
iets officieel melden
C
een document verlengen
D
belasting betalen
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent
de administratie?
A
dat is een afdeling bij de gemeente waar je je paspoort kunt aanvragen
B
alle gegevens van mensen en/of geld in bijvoorbeeld een gemeente of een bedrijf
Slide 4 - Quizvraag
Wat is
een document?
A
een belangrijk papier
B
een uitkering
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent
de nationaliteit?
A
het land waar je woont
B
het land en het volk waar je officieel bij hoort
C
het land waar je ouders vandaan komen
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent
naturaliseren?
A
je haar niet meer verven
B
wandelen in de natuur
C
de nationaliteit aanvragen van het land waar je woont
Slide 7 - Quizvraag
Wat is
een uitkering?
A
geld dat je van de overheid krijgt, als je niet kunt werken of niet meer hoeft te werken
B
geld dat je van de overheid krijgt als je de huur niet kunt betalen
C
loonbelasting
Slide 8 - Quizvraag
Wat is
een uittreksel
A
een ID-kaart
B
Dat is de afdeling Basisregistratie Personen
C
toestemming van de gemeente om bijvoorbeeld een boom uit je tuin weg te halen
D
een officieel papier met in het kort de belangrijkste gegevens
Slide 9 - Quizvraag
wat is
een vergunning?
A
de officiële toestemming om iets te mogen doen
B
een ID-kaart
C
een soort uitkering
D
een verblijfsdocument
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent
verlengen?
A
weg leggen
B
verhuizen
C
langer laten duren
D
toestemming geven
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent
voorwaarde?
A
iets wat eerst moet gebeuren
B
iets dat kan wachten
C
iets is veel waard
D
iets is niks waard
Slide 12 - Quizvraag
De politie
Welke woorden ken je nog?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is
een dader?
A
iemand die niet nadenkt
B
iemand die iets heeft gedaan heeft wat niet mag
C
iemand die zich niet kan legitimeren
D
iemand die gedood of gewond is
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een gevecht?
A
een grote ruzie waarbij mensen elkaar pijn doen
B
een soort gevangenis
C
een wapen dat de politie gebruikt
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent
het geweld?
A
lief zijn
B
geweldig zijn
C
iemand vertellen dat je hem of haar heel leuk vindt
D
grote kracht waarmee je iemand pijn doet of iets kapotmaakt
Slide 16 - Quizvraag
Wat is
een instantie?
A
een afdeling of een bedrijf van de overheid
B
een bedrijf, zoals de Jumbo
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent
legitimeren?
A
je paspoort verlengen
B
een uittreksel aanvragen
C
de Nederlandse nationaliteit aanvragen
D
je identiteitsbewijs laten zien, bijvoorbeeld je ID-kaart, paspoort of rijbewijs
Slide 18 - Quizvraag
Wat is
een misdrijf?
A
iets verkeerd doen
B
iets laten drijven
C
iets wat verboden is en waarvoor je een straf kunt krijgen
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent
een noodgeval?
A
er is iets uit je huis gestolen en je ziet geen dief
B
een situatie waarin iemand meteen hulp nodig heeft
C
als je bent gevallen dan is het een noodgeval
Slide 20 - Quizvraag
Wat is
een slachtoffer?
A
iemand die gedood of gewond is, bijvoorbeeld door geweld of door een ongeluk
B
iemand die een dier slacht om te kunnen eten
C
iemand die een ander pijn doet
D
iemand die niet kan kiezen
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent
voorkomen?
A
zorgen dat je er als eerste bent.
B
zorgen dat iets niet gebeurt
C
zeggen dat iemand voor mag gaan
D
opstaan in de bus voor een oudere vrouw.
Slide 22 - Quizvraag
De belastingdienst
Nog meer woorden die je moet kennen.....
Slide 23 - Tekstslide
Wat betekent
belastingaangifte
A
in kleine stukjes betalen
B
vragen om niet te hoeven betalen
C
online gegevens invullen over je geld.
D
toeslag aanvragen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is
een gift?
A
geld dat je geeft
B
geld dat je krijgt
Slide 25 - Quizvraag
wat zijn
inkomsten?
A
het geld dat je elke maand krijgt, bijvoorbeeld omdat je werkt
B
een jaaropgaaf
C
de studiekosten
D
de alimentatie
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent
in termijnen?
A
het hele bedrag
B
niet alles in één keer, maar iedere keer een beetje
C
dat is het geld dat op jouw bankrekening staat
Slide 27 - Quizvraag
Wat is
een jaaropgaaf?
A
een papier met je loon van één jaar
B
papier met de toeslagen
Slide 28 - Quizvraag
Wat is
de kinderopvang
A
met kinderen gooien en ze dan ook vangen
B
een plek waar kinderen overdag kunnen spelen en leren, als ze niet naar school gaan
C
een speeltuin
Slide 29 - Quizvraag
Wat is
het kindgebonden budget?
A
iedereen die kinderen heeft krijgt kindgebonden budget
B
het geld dat je van de belastingdienst krijgt om de kinderopvang te kunnen betalen.
C
extra geld dat je krijgt om de opvoeding van je kind te betalen
Slide 30 - Quizvraag
Wat is
kwijtschelding?
A
dat is een verzekering
B
Als je kwijtschelding krijgt, hoef je iets niet te betalen of niet te doen.
C
als je iets kwijt bent, moet je goed zoeken
Slide 31 - Quizvraag
Wat is
een riool?
A
buizen onder de grond, waar bijvoorbeeld water uit de wc in komt
B
een muziekinstrument
Slide 32 - Quizvraag
Wat is
een toeslag?
A
geld dat je kunt krijgen van de Belastingdienst, als je niet veel verdient
B
een klap krijgen
C
zorgkosten die je niet kunt betalen
D
geld dat je kunt krijgen van de gemeente
Slide 33 - Quizvraag
Wat betekent
uitgave?
A
geld dat je gevonden hebt
B
geld dat je krijgt
C
geld dat je betaalt
D
geld dat je gestolen hebt
Slide 34 - Quizvraag
Wat is
een verzekering?
A
Het contract met een verzekeringsmaatschappij.
B
Een premie
C
een vergoeding
Slide 35 - Quizvraag
Hulpverlening
Aahhhhh...nog meer woorden?
YEP!
Slide 36 - Tekstslide
Wat is het
College voor de Rechten van de Mens?
A
een instantie die helpt met problemen met de wet
B
een instantie die helpt met problemen met de overheid
C
een gebouw waar je advies kunt krijgen, als je last hebt van discriminatie
D
een instantie tegen discriminatie
Slide 37 - Quizvraag
Wat is het
antidiscriminatiebureau?
A
een instantie die helpt met problemen met de wet
B
een instantie die helpt met problemen met de overheid
C
een gebouw waar je advies kunt krijgen, als je last hebt van discriminatie
D
een instantie tegen discriminatie
Slide 38 - Quizvraag
Wat is de
Nationale Ombudsman?
A
een instantie die helpt met problemen met de wet
B
een instantie die helpt met problemen met de overheid
C
een gebouw waar je advies kunt krijgen, als je last hebt van discriminatie
D
een instantie tegen discriminatie
Slide 39 - Quizvraag
Wat betekent
discriminatie?
A
anders tegen iemand doen, omdat hij/zij bijvoorbeeld een ander geloof of een andere huidskleur heeft
B
problemen hebben met de buren
Slide 40 - Quizvraag
Wat betekent
doorverwijzen?
A
doorgaan
B
leren voor een toets
C
met je vinger wijzen
D
naar iemand anders sturen
Slide 41 - Quizvraag
Wat betekent
indienen?
A
koffie geven aan je bezoek
B
hulp geven
C
iets officieel laten weten
Slide 42 - Quizvraag
Wat is
jeugdzorg?
A
een school voor jongeren
B
hulp voor kinderen tot achttien jaar
C
ouders geven zorg aan hun kinderen
Slide 43 - Quizvraag
Juridische zaken gaan over...
A
..de zorg of het onderwijs
B
..de politiek
C
.. het recht of de wet.
D
..het geld en de belastingdienst
Slide 44 - Quizvraag
Wat doet een
maatschappelijk werker?
A
hij helpt persoonlijke problemen op te lossen
B
hij praat met jouw huisarts
C
hij lost problemen op
Slide 45 - Quizvraag
Wat betekent
ontslaan?
A
Je man slaat je en je belt naar Veilig Thuis
B
Als een werkgever je ontslaat, mag je niet meer bij hem werken.
Slide 46 - Quizvraag
Wat zijn
rechten?
A
Als iets recht is, is het niet krom
B
Rechten zijn dingen die je moet doen. Ze staan in de wet.
C
Rechten zijn de dingen die je mag. De rechten staan in de wet.
Slide 47 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
7.3 De Belastingdienst
November 2020
- Les met
22 slides
knm
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
7.1 De gemeente
September 2023
- Les met
23 slides
knm
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
7.3 De Belastingdienst
September 2024
- Les met
29 slides
Burgerschap
ISK
KNM 7.3 Belastingaangifte en toeslagen: Wat jij moet weten!
Mei 2023
- Les met
38 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
7.1 De gemeente
November 2020
- Les met
24 slides
knm
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Module 7 Instanties
Juni 2017
- Les met
47 slides
Maatschappijleer
MBO
Studiejaar 1
KNM 7.1 De gemeente
Oktober 2024
- Les met
17 slides
NT2
ISK
KNM 7.1 en 7.2
8 dagen geleden
- Les met
41 slides
Alfabetisering NT2
ISK