Pathologie p1 week 8

Vervolg les pathologie week 8
.
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
pathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vervolg les pathologie week 8
.

Slide 1 - Tekstslide

Kennisquiz
Wat weet je al over de onderwerpen van deze week?
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide


Stelling: Angina Pectoris en een hartinfarct geven deels dezelfde klachten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag


Stelling: Bij een bradycardie is er sprake van een te snelle polsslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag


Wat doet de linker hartkamer?

A
pompt zuurstofarm bloed richting de longen
B
ontvangt zuurstof arm bloed uit het lichaam
C
pompt zuurstofrijk bloed richting het lichaam
D
ontvangt zuurstofrijk bloed vanuit de longader

Slide 5 - Quizvraag


Bij ischemie is er een tekort aan:

A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
stikstof

Slide 6 - Quizvraag


Stelling: Een ander woord voor decompensatio cordis is hartfalen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag


Bij een arteriële bloeding:

A
Is het bloed helderrood en stroomt het krachtig pulserend uit de wond
B
Is het bloed donkerrood en stroomt het gelijkmatig uit de wond
C
Is het bloed donkerrood en sijpelt uit de wond

Slide 8 - Quizvraag

Bij een shock is de bloeddruk veel te hoog

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet decompensatio cordis in de volksmond?
A
beroerte
B
hartaanval
C
trombosebeen
D
hartfalen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Bij decompensatio in de linker harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 21 - Quizvraag

Belangrijkste oorzaak van decompensatio cordis links is
A
Ritmestoornissen
B
Linkerventrikel hypertrofie
C
Rechterventrikel hypertrofie
D
Atherosclerose kransslagader

Slide 22 - Quizvraag

Bij decompensatio in de rechter harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

een shock is levensbedreigend
A
soms
B
is alleen een schrikreactie
C
ja
D
nee

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Bij een anafylactische shock wordt de shock veroorzaakt doordat er veel bloed uit het lichaam komt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn symptomen van shock
A
Tachycardie
B
Verwardheid
C
Klamme huid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 30 - Quizvraag

Welke van de onderstaande vormen van shock valt onder een distributieve shock?
A
hypovolemische shock
B
Anafylactische shock
C
cardiogene shock

Slide 31 - Quizvraag

Wat heb je onthouden van deze week?

Slide 32 - Tekstslide

Angina Pectoris en een hartinfarct geven deels dezelfde klachten

A
Waar
B
Niet Waar

Slide 33 - Quizvraag


Bij ischemie is er een tekort aan:

A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
stikstof

Slide 34 - Quizvraag


Wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 35 - Quizvraag


Wat is veneuze trombose?
A
trombose ontstaan in een ader. Bijvoorbeeld in een ader in je been, we spreken dan van een trombosebeen.
B
trombose ontstaan in een slagader. Bijvoorbeeld in een ader in je been, we spreken dan van een trombosebeen.
C
trombose ontstaan in een ader. Dit kan leiden tot een herseninfarct of hartinfarct.
D
trombose ontstaan in een slagader. Dit kan leiden tot een herseninfarct of hartinfarct.

Slide 36 - Quizvraag

Bij een tachycardie is er sprake van een te snelle polsslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Een ander woord voor decompensatio cordis is hartfalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Stelling: Bij een shock is de bloeddruk veel te laag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van trombose?
A
Herseninfart
B
Longembolie
C
Versnelde hartslag
D
allen zijn gevolgen van trombose

Slide 40 - Quizvraag

Bij welk type bloeding is het bloed donkerrood en stroomt het langzaam gelijkmatig naar buiten ?
A
arteriële bloeding
B
veneuze bloeding

Slide 41 - Quizvraag

Oefen met socrative
We gaan een oefentoets van alle leerstof van pathologie p1 maken in socrative...

Ga naar www.socrative.com
Vul de roomname in die de docent geeft

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide