In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Herhaling hoofdstuk 2 + 3 | Onderneem het zelf
Slide 1 - Tekstslide
D-toets, vraag 1, p.11
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 2 - Quizvraag
Verdienmodel is de wijze waarop je als ondernemer geld gaat verdienen.
Slide 3 - Tekstslide
Lees de verdienmodellen door op bladzijde 19. Bedenk bij een van de modellen een voorbeeld. Voer het bedrijf en een omschrijving hieronder in. De klas moet straks het model raden.
Slide 4 - Open vraag
Optimale prijs of ideale prijs?
De prijs is ideaal als precies evenveel mensen het duur vinden als goedkoop.
De prijs is optimaal als precies evenveel mensen het te duur vinden als te goedkoop.
Slide 5 - Tekstslide
Vraag 4, D-toets, bladzijde 24
A
€25
B
€30
C
€35
D
€38
Slide 6 - Quizvraag
Vraag 5, D-toets, bladzijde 24
A
€25
B
€30
C
€35
D
€38
Slide 7 - Quizvraag
Een verdienmodel geeft inzicht in de kosten en de opbrengsten van een onderneming.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf in je schrift:
1. Klantdoel
2. Voordeel voor klant (gains)
3. Pijnpunten van klant (pains)
Beantwoord tijdens het kijken.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Wat is het klantdoel?
Slide 11 - Open vraag
Wat is het voordeel voor de klant? (Gains)
Slide 12 - Open vraag
Wat is zijn de pijnpunten van de klant? (Pains)
Slide 13 - Open vraag
H3. Het ondernemingsplan
1. De onderneming
2. Het marketingplan (zie ook Marktverovering)
3. Het financieringsplan
Slide 14 - Tekstslide
Wat staat er op een exploitatiebegroting?
A
Kosten en opbrengsten
B
Kosten en ontvangsten
C
Uitgaven en opbrengsten
D
Uitgaven en ontvangsten
Slide 15 - Quizvraag
Wat staat er op een liquiditeitsbegroting?
A
Kosten en opbrengsten
B
Kosten en ontvangsten
C
Uitgaven en opbrengsten
D
Uitgaven en ontvangsten
Slide 16 - Quizvraag
Een ontvangst leidt tot een ...... van de liquide middelen.
A
afname
B
toename
C
geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
Een ...... geeft een beeld van de toekomst van de organisatie. Een ..... geeft aan waar de mensen in de organisatie voor gaan, wat hun toekomstdroom is. Een ...... is datgene dat een organisatie naar buiten toe wil uitdragen. Een ..... geeft aan waar de mensen uit de organisatie voor staan, wat de identiteit van de organisatie is. (Vul de begrippen 'missie' of 'visie' op de juiste plek in. p.31
Slide 18 - Open vraag
Wat staat er op een balans?
Slide 19 - Open vraag
D-toets vraag 4, p.37
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 20 - Quizvraag
D-toets vraag 7, p.38
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quizvraag
Morgen ga je zelf Marktverovering herhalen. Neem je vragen mee naar de les. Wat zou je verder nog graag in de laatste les aan bod zien komen?