1. Wat moet je doen?
Invullen werkblad 2. Hoe moet je dat aanpakken? Invullen + nakijken
3. Hulp, bij wie en waar? Bij docent
4. Tijd, hoeveel krijg je? Tot 5 minuten voor het eind van de les
5. Uitkomst, wat doen we ermee? Toepassen bij de toets
6. Klaar, wat ga je doen? Weektaak maken/leren
KIJK OOK BIJ STUDIEVAARDIGHEDEN: EXTRA UITLEG/OEFENEN