Paragraaf 2.1 De opbouw van de aarde

Paragraaf 2.1
De opbouw van de aarde
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1
De opbouw van de aarde

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par. 2.1
  • Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je: 
  • een beschrijving geven van de opbouw van de aarde in verschillende onderdelen.
  • de verschillende plaatbewegingen benoemen.
  • uitleggen hoe het bewegen van de platen wordt aangedreven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Endogeen
Exogeen
Kracht
Stromend magma
Aardwarmte

Wind
Bewegend ijs
Stromend water
Zon (straling)
Proces
Vulkanisme
Aardbevingen
Platentektoniek
Gebergtevorming
Verwering
Erosie
Transport
Sedimentatie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe werkt het? 
Hoe verklaren we de endogene krachten en processen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aardkern 
  • Zeer warm (5000-6000 graden C)
  • Bestaat vooral uit nikkel en ijzer
  • Bestaat uit een binnen- en buitenkern
  • Binnenkern is vast, buitenkern is “vloeibaar”
  • Zorgt voor gedeeltelijk smelten van de aardmantel
  • Veroorzaakt magnetisme van de aarde

Slide 12 - Tekstslide

Aardmantel 
  • Warm waardoor een deel gesmolten is
  • Gesmolten gesteente = magma
  • Bestaat uit een binnen- en buitenmantel
  • Binnenmantel is vast, buitenmantel is gedeeltelijk “vloeibaar”
  • Gesmolten deel = asthenosfeer
  • In asthenosfeer zitten stromingen: convectiestromen 
  • Convectiestromen zorgen voor breken, verschuiven en verplaatsen aardkorst

Slide 13 - Tekstslide

Aardkorst 
  • Relatief dun
  • Onder oceanen dunste delen (5 km), onder gebergtes op continenten dikste (tot 100 km)
  • Bestaat uit een oceanische en continentale aardkorst
  • Is verdeeld in stukken: aardplaten
  • Aardplaten kunnen botsen (convergent), uit elkaar drijven (divergent) of langs elkaar schuiven (transform) (par 2.2)
  • Langs plaatranden treden veel aardbevingen op
  • Ook vind je daar bijna alle vulkanisme

Slide 14 - Tekstslide

aan de slag
maak § 2.1 opdr. 1 t/m 3
maak een samenvatting of mindmap

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn verschillen tussen continentale en oceanische korst?

Slide 16 - Tekstslide

  • Oceanische korst: relatief dun, relatief zwaar, groeit vanuit mid-oceanische rug, verdwijnt bij een trog onder de continentale plaat, bijna altijd onder water
  • Continentale korst: relatief dik, relatief licht, min of meer constante grootte, kan omhoog komen (gebergtevorming) of dalen, of lager worden door afslijting, meestal ligt hier land, maar ook het continentaal plat ligt er op

Slide 17 - Tekstslide

Gesteentes herkennen:
continentale korst > vooral graniet oceanische korst > vooral basalt

Slide 18 - Tekstslide

Hoe herken je die gesteentes?
Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Op de oceaanbodem

Welke kant bewegen de platen op?
De midoceanische rug is het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en vulkanisme optreedt.

Slide 22 - Tekstslide

Vulkanisme in de oceanen 
  •  twee delen oceaanbodem uit elkaar (divergente breuk)

  •  kier in aardkorst

  •  opgevuld met heet gesteente (lava)

  •  contact lava met oceaanwater

  •  lava stolt

  •  ontstaan van nieuw stukje oceaanbodem
     
  • midoceanische rug = soort van langgerekte berg op oceaanbodem 

Slide 23 - Tekstslide

Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.

IJsland ligt op een midoceanische rug.

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 4: Waar ontstaat een midoceanische rug?
A
B
C
C

Slide 25 - Tekstslide

slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat 

Slide 26 - Tekstslide

Diepzeetrog
De onderduikende plaat (oceanische plaat) neemt door wrijving een deel van de continentale plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat een lokaal diep gebied in de oceaan. Dit noemen we een diepzeetrog (trench in het Engels). Dit zijn de diepste plekken van de zeebodem!

De onderduikende plaat neemt, door wrijving, een deel van de bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat de trog

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen par. 2.1
  • Je kent de opbouw van de aarde.
  • Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst.
  • Je begrijpt hoe platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag

Check voor jezelf of je de leerdoelen begrijpt
Nu volgen de opdrachten van paragraaf 2.1. De opdrachten maak je dus hier in lessonup.


Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van endogene processen?
A
Magmastromen in de aarde
B
Vulkanisme
C
Een vulkaan
D
Erosie

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van exogene krachten?
A
Aardbevingen
B
Wind
C
Erosie
D
Stromend water

Slide 31 - Quizvraag

Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van binnen naar buiten?
A
Aardkern, aardmantel, aardkorst
B
Aardmantel, aardkorst, aardkern
C
Aardkorst, aardmantel, aardkern
D
Aardmantel, aardkern, aardkorst

Slide 32 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de aardkorst?
A
Relatief dunne laag
B
Meest afgekoeld
C
Bestaat uit brokstukken (platen)
D
Oorsprong van het vulkanisme

Slide 33 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de aardkern?
A
Binnenkern is taai-vloeibaar
B
Verklaart magnetisme van de aarde
C
Warmste deel
D
Radioactiviteit verklaart warmte

Slide 34 - Quizvraag

Diepe kloven in de oceaanbodem
Onderwatergebergte
Continentale korst
Radioactieve warmteproductie
Lithosfeer
Oceanische korst
Graniet
Aardkorst
Diepzeetrog
Midoceanische rug
Aardkern
Basalt

Slide 35 - Sleepvraag

Het onderzoeken van het binnenste van de aarde is niet eenvoudig! In welk deel van de aarde treden convectiestromen op?

Slide 36 - Open vraag

Beschrijf in drie opeenvolgende stappen hoe de convectiestromen ontstaan

Slide 37 - Open vraag

Bekijk de figuur hiernaast en bepaal wat er bij nummer 1 en 2 gebeurd. Schrijf op 1:..... 2:..... Kies uit: opwarmen-afkoelen-uitzetten-inkrimpen-wordt zwaarder- wordt lichter

Slide 38 - Open vraag

Wat zou er met de temperatuur van de aarde gebeuren als er geen convectiestromen zouden zijn?

Slide 39 - Open vraag

Uit welke onderdelen is de aarde opgebouwd?

Slide 40 - Open vraag

Welke twee soorten aardkorst zijn er?

Slide 41 - Open vraag

Noem ten minste 2 verschillen tussen beide soorten aardkorst

Slide 42 - Open vraag

De convectiestromen spelen een belangrijke rol in de 'warmte-huishouding van de aarde'. Verklaar wat het belang is van de convectiestromen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten

Slide 43 - Open vraag

Leg de volgende begrippen in je eigen woorden uit: Actualiteitsprincipe, Ridge Push en Slab Pull

Slide 44 - Open vraag

Leg uit hoe slab pull & ridge push ervoor zorgen dat platen bewegen.

Slide 45 - Open vraag

Noem 3 dingen die je geleerd hebt in deze paragraaf

Slide 46 - Open vraag

Stel hier 1 vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen van deze paragraaf.

Slide 47 - Tekstslide