In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 2.1
De opbouw van de aarde
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen par. 2.1
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:
een beschrijving geven van de opbouw van de aarde in verschillende onderdelen.
de verschillende plaatbewegingen benoemen.
uitleggen hoe het bewegen van de platen wordt aangedreven.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Endogeen
Exogeen
Kracht
Stromend magma
Aardwarmte
Wind
Bewegend ijs
Stromend water
Zon (straling)
Proces
Vulkanisme
Aardbevingen
Platentektoniek
Gebergtevorming
Verwering
Erosie
Transport
Sedimentatie
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Hoe werkt het?
Hoe verklaren we de endogene krachten en processen?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Aardkern
Zeer warm (5000-6000 graden C)
Bestaat vooral uit nikkel en ijzer
Bestaat uit een binnen- en buitenkern
Binnenkern is vast, buitenkern is “vloeibaar”
Zorgt voor gedeeltelijk smelten van de aardmantel
Veroorzaakt magnetisme van de aarde
Slide 12 - Tekstslide
Aardmantel
Warm waardoor een deel gesmolten is
Gesmolten gesteente = magma
Bestaat uit een binnen- en buitenmantel
Binnenmantel is vast, buitenmantel is gedeeltelijk “vloeibaar”
Gesmolten deel = asthenosfeer
In asthenosfeer zitten stromingen: convectiestromen
Convectiestromen zorgen voor breken, verschuiven en verplaatsen aardkorst
Slide 13 - Tekstslide
Aardkorst
Relatief dun
Onder oceanen dunste delen (5 km), onder gebergtes op continenten dikste (tot 100 km)
Bestaat uit een oceanische en continentale aardkorst
Is verdeeld in stukken: aardplaten
Aardplaten kunnen botsen (convergent), uit elkaar drijven (divergent) of langs elkaar schuiven (transform) (par 2.2)
Langs plaatranden treden veel aardbevingen op
Ook vind je daar bijna alle vulkanisme
Slide 14 - Tekstslide
aan de slag
maak § 2.1 opdr. 1 t/m 3
maak een samenvatting of mindmap
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn verschillen tussen continentale en oceanische korst?
Slide 16 - Tekstslide
Oceanische korst: relatief dun, relatief zwaar, groeit vanuit mid-oceanische rug, verdwijnt bij een trog onder de continentale plaat, bijna altijd onder water
Continentale korst: relatief dik, relatief licht, min of meer constante grootte, kan omhoog komen (gebergtevorming) of dalen, of lager worden door afslijting, meestal ligt hier land, maar ook het continentaal plat ligt er op
Slide 17 - Tekstslide
Gesteentes herkennen: continentale korst > vooral graniet oceanische korst > vooral basalt
Slide 18 - Tekstslide
Hoe herken je die gesteentes?
Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Op de oceaanbodem
Welke kant bewegen de platen op?
De midoceanische rug is het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en vulkanisme optreedt.
Slide 22 - Tekstslide
Vulkanisme in de oceanen
twee delen oceaanbodem uit elkaar (divergente breuk)
kier in aardkorst
opgevuld met heet gesteente (lava)
contact lava met oceaanwater
lava stolt
ontstaan van nieuw stukje oceaanbodem
midoceanische rug = soort van langgerekte berg op oceaanbodem
Slide 23 - Tekstslide
Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.
IJsland ligt op een midoceanische rug.
Slide 24 - Tekstslide
Vraag 4: Waar ontstaat een midoceanische rug?
A
B
C
C
Slide 25 - Tekstslide
slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat
Slide 26 - Tekstslide
Diepzeetrog
De onderduikende plaat (oceanische plaat) neemt door wrijving een deel van de continentale plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat een lokaal diep gebied in de oceaan. Dit noemen we een diepzeetrog (trench in het Engels). Dit zijn de diepste plekken van de zeebodem!
De onderduikende plaat neemt, door wrijving, een deel van de bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat de trog
Slide 27 - Tekstslide
Leerdoelen par. 2.1
Je kent de opbouw van de aarde.
Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst.
Je begrijpt hoe platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.
Slide 28 - Tekstslide
Aan de slag
Check voor jezelf of je de leerdoelen begrijpt
Nu volgen de opdrachten van paragraaf 2.1. De opdrachten maak je dus hier in lessonup.
Slide 29 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van endogene processen?
A
Magmastromen in de aarde
B
Vulkanisme
C
Een vulkaan
D
Erosie
Slide 30 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van exogene krachten?
A
Aardbevingen
B
Wind
C
Erosie
D
Stromend water
Slide 31 - Quizvraag
Weet je het nog? Wat is de goede volgorde van binnen naar buiten?
A
Aardkern, aardmantel, aardkorst
B
Aardmantel, aardkorst, aardkern
C
Aardkorst, aardmantel, aardkern
D
Aardmantel, aardkern, aardkorst
Slide 32 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de aardkorst?
A
Relatief dunne laag
B
Meest afgekoeld
C
Bestaat uit brokstukken (platen)
D
Oorsprong van het vulkanisme
Slide 33 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de aardkern?
A
Binnenkern is taai-vloeibaar
B
Verklaart magnetisme van de aarde
C
Warmste deel
D
Radioactiviteit verklaart warmte
Slide 34 - Quizvraag
Diepe kloven in de oceaanbodem
Onderwatergebergte
Continentale korst
Radioactieve warmteproductie
Lithosfeer
Oceanische korst
Graniet
Aardkorst
Diepzeetrog
Midoceanische rug
Aardkern
Basalt
Slide 35 - Sleepvraag
Het onderzoeken van het binnenste van de aarde is niet eenvoudig! In welk deel van de aarde treden convectiestromen op?
Slide 36 - Open vraag
Beschrijf in drie opeenvolgende stappen hoe de convectiestromen ontstaan
Slide 37 - Open vraag
Bekijk de figuur hiernaast en bepaal wat er bij nummer 1 en 2 gebeurd. Schrijf op 1:..... 2:..... Kies uit: opwarmen-afkoelen-uitzetten-inkrimpen-wordt zwaarder- wordt lichter
Slide 38 - Open vraag
Wat zou er met de temperatuur van de aarde gebeuren als er geen convectiestromen zouden zijn?
Slide 39 - Open vraag
Uit welke onderdelen is de aarde opgebouwd?
Slide 40 - Open vraag
Welke twee soorten aardkorst zijn er?
Slide 41 - Open vraag
Noem ten minste 2 verschillen tussen beide soorten aardkorst
Slide 42 - Open vraag
De confectiestromen spelen een belangrijke rol in de 'warmte-huishouding van de aarde'. Verklaar wat het belang is van de convectiestromen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten
Slide 43 - Open vraag
Noem 3 dingen die je geleerd hebt in deze paragraaf
Slide 44 - Open vraag
Stel hier 1 vraag over iets wat je nog niet zo goed hebt begrepen van deze paragraaf.