Afronding paragraaf 2.1 tm 2.3

Afronding paragraaf 2.1 tm 2.3
- opbouw van de aarde
- platentektoniek en aardbevingen
- vulkanisme
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afronding paragraaf 2.1 tm 2.3
- opbouw van de aarde
- platentektoniek en aardbevingen
- vulkanisme

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
1e uur
- samenvatting van de lesstof
- vragen over de lesstof
- opdrachten

2e uur
- examenopgaven oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn verschillen tussen continentale en oceanische korst?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe herken je die gesteentes?
Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.

IJsland ligt op een midoceanische rug.

Slide 10 - Tekstslide

slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Diepzeetrog
De onderduikende plaat (oceanische plaat) neemt door wrijving een deel van de continentale plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat een lokaal diep gebied in de oceaan. Dit noemen we een diepzeetrog (trench in het Engels). Dit zijn de diepste plekken van de zeebodem!

De onderduikende plaat neemt, door wrijving, een deel van de bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat de trog

Slide 17 - Tekstslide

Weet je het nog?
Wat is de goede volgorde van binnen naar buiten?
A
Aardkern, aardmantel, aardkorst
B
Aardmantel, aardkorst, aardkern
C
Aardkorst, aardmantel, aardkern
D
Aardmantel, aardkern, aardkorst

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de aardkorst?
A
Relatief dunne laag
B
Meest afgekoeld
C
Bestaat uit brokstukken (platen)
D
Oorsprong van het vulkanisme

Slide 19 - Quizvraag

Diepe kloven in de oceaanbodem
Onderwatergebergte
Continentale korst
Radioactieve warmteproductie
Lithosfeer
Oceanische korst
Graniet
Aardkorst
Diepzeetrog
Midoceanische rug
Aardkern
Basalt

Slide 20 - Sleepvraag

Beschrijf in drie opeenvolgende stappen hoe de convectiestromen ontstaan

Slide 21 - Open vraag

2.2 platentektoniek

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Breuklijnen en gevolgen
  1. Transversaal/transform: langs elkaar --> heftige aardbevingen
  2. Divergent: uit elkaar
    2.1: 2 oceanische platen --> mid-oceanische rug
    2.2: 2 continentale platen --> slenk --> oceaan
  3. Convergent: naar elkaar toe
    3.1: 2 continentale platen --> plooiingsgebergte, (heftige) aardbevingen
    3.2: 1 oceanische en 1 continentale plaat: oceanische duikt onder continentale --> subductie, vulkanen (explosief door taai magma!), eilanden, trog, aardbevingen, tsunami
    3.3: 2 oceanische platen: oudste plaat duikt onder jongere plaat --> subductie (let op de plaat waar eilanden/land op ligt dit is de lichte, dus jongere plaat). Gevolgen: zie 3.2

Slide 24 - Tekstslide

Convergente beweging: 
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
  1. 2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
  2. Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
  3. 2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt. 
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.

Slide 25 - Tekstslide

Aantekening
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
  1. oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
  2. continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is. 

Slide 26 - Tekstslide

Samenvattend: de plaatbewegingen en gevolgen voor de lithosfeer
Opdracht H1.4: 1a t/m 3d

Slide 27 - Tekstslide

Transforme plaatweging
Divergente plaatgrens
Subductie
Epicentrum
Seismogram
Zware aardbeving
Het punt aan het aardoppervlak boven de haard van de aardbeving
7.0 op de schaal van Richter
Trog
Registratie aardbevingen
Nieuwe oceaanbodem
Aardplaten bewegen langs elkaar

Slide 28 - Sleepvraag

Bekijk bron 8 en 9 uit je tekstboek. Langs de westkust van Zuid-Amerika komen veel zware aardbevingen voor. Leg uit waarom juist aarde westkust van Zuid-Amerika zware aardbevingen voorkomen. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten

Slide 29 - Open vraag

Op de plaatgrens van de Nazcaplaat en de zuidelijker gelegen Antarctische plaat komen regelmatig zware aardbevingen voor. Leg uit hoe dat kan (gebruik bron 8 en 9 tekstboek)

Slide 30 - Open vraag

Waarom komen zware aardbevingen niet voor bij divergente plaatgrenzen?

Slide 31 - Open vraag

Bekijk figuur 3 in je werkboek.
Waar is de oceaanbodem het oudst, bij X of Y. Leg je antwoord uit

Slide 32 - Open vraag

Hoe komt het dat de Nazcaplaat (figuur 3 werkboek) niet steeds groter wordt?

Slide 33 - Open vraag

Aardplaten bewegen met enkele cm per jaar. Welk gevolg heeft de platentektoniek op een tijdschaal van enkele tientallen jaren?

Slide 34 - Open vraag

Welk gevolg heeft de platentektoniek op de omvang van de Atlantische Oceaan. Leg je antwoord uit

Slide 35 - Open vraag

2. 3 Vulkanisme
Wat moet je weten?
-Typen uitbarstingen
-Typen vulkanen
-Waar komt welke soort voor

Slide 36 - Tekstslide

Vulkanisme
2 soorten vulkaanuitbarstingen:
-Effusief: vloeibare magma en weinig gasdruk
-Explosief: taaie magma en veel gasdruk

Slide 37 - Tekstslide

Taaie magma

Slide 38 - Tekstslide

0

Slide 39 - Video

Type eruptie bepaalt de vorm
-Effusieve uitbarstingen: schildvulkanen (en spleetvulkanen)
-Explosieve uitbarstingen: stratovulkanen

Daarnaast: calderavulkanen

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte

Slide 42 - Sleepvraag

Bekijk paragraaf 2.1.
Heb je nog een vraag over deze paragraaf?

Slide 43 - Open vraag

Bekijk paragraaf 2.2.
Heb je nog een vraag over deze paragraaf?

Slide 44 - Open vraag

Bekijk paragraaf 2.3.
Heb je nog een vraag over deze paragraaf?

Slide 45 - Open vraag