Grammar H3: Linking words

Linking words
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Linking words

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt in een Engelse zin het juiste Linking word invullen 

Slide 2 - Tekstslide

Linking words

  • Voor het SO en proefwerk zul je de hele lijst met Linking words moeten leren. Deze lijst vind je in de ELO bij Gedeelde documenten. Ik heb deze lijst ook uitgedeeld in de les.
  • Op de volgende dia's vinden jullie oefeningen

Slide 3 - Tekstslide

Your brother is a fan of Willem II, ...... I don't like him
A
therefore
B
and
C
although
D
unless

Slide 4 - Quizvraag

I like sugar in my tea, .... I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 5 - Quizvraag

Listen to the story .... answer the questions in complete sentences.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 6 - Quizvraag

Is it Thursday .... Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then

Slide 7 - Quizvraag

He was late .... the bus didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or

Slide 8 - Quizvraag

We were very tired .... happy after our flight to Sydney.
A
and
B
because
C
or
D
unless

Slide 9 - Quizvraag

They climbed the mountain .... it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so

Slide 10 - Quizvraag

I'll text you .... I have arrived in Toronto.
A
after
B
or
C
so
D
then

Slide 11 - Quizvraag

Neither my brother .... my sister own a car.
A
and
B
but
C
nor
D
so

Slide 12 - Quizvraag

Extra websites om te oefenen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Extra challenge


Type sentences using the given linking words correctly

Click on the hint if you're unsure about the word

Slide 15 - Tekstslide

moreover

Slide 16 - Open vraag

since

Slide 17 - Open vraag

for instance

Slide 18 - Open vraag

as soon as

Slide 19 - Open vraag

contrary to

Slide 20 - Open vraag

therefore

Slide 21 - Open vraag

likewise

Slide 22 - Open vraag

unless

Slide 23 - Open vraag