Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.3 Verhoudingen en de mol (les 1)
Welkom!
Ga zitten volgens het plattegrond
Pak je spullen en iPad erbij
Login bij LessonUp
timer
3:00
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
12 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga zitten volgens het plattegrond
Pak je spullen en iPad erbij
Login bij LessonUp
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
H3.3 verhoudingen en de mol
We gaan anders bezig dan in het boek
Let dus goed op, deze les deel ik sowieso!
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Kan je vertellen wat de mol is binnen de scheikunde
Weet je wat de formule is om te werken met de mol
Kan je rekenen met de mol
Slide 3 - Tekstslide
Wie Wat is de mol?
Binnen de scheikunde is de 'mol' een eenheid om de hoeveelheid van een stof te meten.
Iedere 1 mol van een stof is een vast aantal deeltjes van die stof, en dat heeft een bepaalde massa.
1 mol van een stof is altijd: 6 x 10
23
deeltjes van die stof
Slide 4 - Tekstslide
De molmassa
Voorbeeld:
NaCl(keukenzout) heeft een massa van: 58,44 gram per 1 mol
Glucose heeft een massa van: 180,156 g per 1 mol
glucose is een veel groter en zwaarder molecuul, dus 6 x 10
23
deeltjes glucose heeft een grotere massa dan NaCl.
Slide 5 - Tekstslide
Waarom gebruiken we in de SK de mol?
Met de mol kan je 'gemakkelijk' berekenen hoeveel massa beginproducten je nodig hebt of hoeveel massa eindproducten je zult krijgen.
We hebben hier ook de verhouding voor nodig, oftewel de coëfficiënten van de stoffen.
Slide 6 - Tekstslide
molverhouding
Voorbeeld:
2 H
2
(g) + O
2
(g) -> 2 H
2
O
De verhouding is dus: 2 : 1 : 2
Dit betekent dat als ik 0,5 mol H
2
zou laten reageren, ik de volgende (mol)verhouding krijg:
0,5 mol H
2
: 0,25 mol O
2
: 0,5 mol H
2
O
Slide 7 - Tekstslide
molverhouding
Voorbeeld:
HCl (g) + NH
3
(g) -> NH
4
Cl (s)
De verhouding is dus: 1 : 1 : 1
Dit betekent dat als ik 1 mol HCl zou laten reageren, ik hier ook 1 mol NH
4
Cl uit krijg.
Slide 8 - Tekstslide
Rekenen met de mol
Stel, ik zou nu 50 gram HCl nemen. Hoeveel gram NH
4
Cl haal ik hieruit? Nu moeten we gaan rekenen.
m
o
l
=
m
o
l
m
a
s
s
a
m
a
s
s
a
Hierbij gebruiken we de massa in gram en de molmassa in g/mol.
Slide 9 - Tekstslide
Rekenen met de mol
De reactie was: HCl (g) + NH3 (g) -> NH4Cl (s)
Als ik omreken hoeveel mol HCl ik heb, kan ik vervolgens kijken hoeveel mol NH
4
Cl ik heb.
m
o
l
=
m
o
l
m
a
s
s
a
m
a
s
s
a
mol H
Cl
= 50g / 36,461 g/mol = 1,37 mol
Verhouding H
Cl
: NH
4
Cl = 1 : 1, dus gelijk. Betekent: ook 1,37 mol NH
4
Cl.
Slide 10 - Tekstslide
Rekenen met de mol
De reactie was: 2 H
2
(g) + O
2
(g) -> 2 H
2
O
Als ik omreken hoeveel mol H
2
ik heb, kan ik vervolgens kijken hoeveel mol H
2
O ik heb.
m
o
l
=
m
o
l
m
a
s
s
a
m
a
s
s
a
mol H
2
= 50g / 2,016 = 24,8 mol H
2
Verhouding H
2
: H
2
O = 2 : 2, dus gelijk. Betekent: ook 24,8 mol H
2
O.
Slide 11 - Tekstslide
Rekenen met de mol
Wat is mijn massa NH
4
Cl nu? oftewel hoeveel gram NH
4
Cl krijg ik na de reactie?
m
o
l
=
m
o
l
m
a
s
s
a
m
a
s
s
a
mol NH4Cl = 1,37 mol
massa = mol x molmassa
massa NH4Cl = 1,37 x 53,491 g/mol = 73,3g NH4Cl
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.3 Verhoudingen en de mol (les 1)
Juli 2024
- Les met
12 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4.3 Wet van behoud van massa
Mei 2022
- Les met
15 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Molberekeningen
Juni 2023
- Les met
29 slides
4.3 Massa
Juni 2024
- Les met
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3.3 Verhoudingen en de mol (les 2)
Juli 2024
- Les met
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3.3 Verhoudingen en de mol (les 2)
December 2023
- Les met
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
scheidingstechnieken
Oktober 2023
- Les met
18 slides
les voor de toets periode 3
Maart 2022
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3