Examentraining analyseren vraagsoorten + examenvragen

Examentraining H5/V6
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining H5/V6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vaardigheden
kunstbeschouwen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat valt zijn de juiste beeldaspecten?
A
kleur, vorm, ruimte, licht, compositie
B
kleur, lijn, ruimte, contrast, compositie
C
kleur, vorm, licht, ruimte, genre
D
kleur, lijn, ruimte, licht, compositie

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de juiste muzikale middelen?
A
melodie, ritme, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie
B
toonhoogte, toonduur, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie
C
toonhoogte, toonduur, tempo, dynamiek, sfeer, klankkleur
D
meerstemmigheid, ritme, tempo, dynamiek, klankkleur, compositie

Slide 7 - Quizvraag

Hoe beschrijf je vormgeving van spel?
A
houding, mimiek, gebaren
B
houding, mimiek, intonatie, rekwisieten
C
lichaam, stem, speelstijl, mise-en-scene
D
lichaam, stem, decor, rekwisieten

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de dansante middelen?
A
tijd, kracht, ruimte, choreografie
B
kracht, beweging, compositie
C
beweging, houding, geluid
D
verticaliteit, horizontaliteit, beweging

Slide 9 - Quizvraag

Wat valt er NIET onder theatervormgeving?
A
grime
B
decor
C
tekst
D
geluid

Slide 10 - Quizvraag

Wat valt er NIET onder filmtechnische vormgeving?
A
Cameravoering
B
mise-en-scène
C
Geluidseffecten
D
Montage

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor soort vraag?
A
onthouden
B
begrijpen
C
toepassen
D
analyseren

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor soort vraag?
A
onthouden
B
begrijpen
C
toepassen
D
analyseren

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat voor soort vraag?
A
onthouden
B
begrijpen
C
toepassen
D
analyseren

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Tips:

1. Niet reproductief leren
2. Kijk of het een toepassings- of inzichtsvraag is
3. Zorg dat je alle moeilijke woorden begrijpt
4. Weet hoeveel punten je kunt verdienen (aantal punten = aantal elementen in je antwoord)
Don'ts

1. De bron(nen) niet gebruiken
2. Niet uitgebreid genoeg antwoorden
3. Vraag niet goed lezen
(vb Brecht)

Slide 20 - Tekstslide

Tips
- neem een woordenboek mee
- bij vergelijkingen altijd beide kunstwerken/periodes/enz. in het antwoord bespreken
- kladblaadje gebruiken om belangrijkste informatie uit teksten te noteren die betrekking hebben op de vraag en ze zo overzichtelijk te maken en daarna te betrekken in je antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Formule voor succes
1. Beheers je leerstof - zie syllabus (op papier of magister.me)
2. Oefen met analyseren
3. Bekijk en oefen met oude examens

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een goed antwoord?
Het is groot OF Het decor is groot
Het klinkt hard OF De koperblazers klinken hard
Aan zijn gezicht OF zijn mond is scheefgetrokken / hij heeft zijn ogen dichtgeknepen

Slide 23 - Tekstslide

Handige websites
- www.examenblad.nl
info over wat je moet weten/kunnen
syllabus > per discipline geordend
oude examens + correcitemoddelen
- oefenen facet
oefenen oude examens
- eindexamensite
oefenen per vraag
- examentraining via youtube video's: https://www.youtube.com/watch?v=PV_38ta2U5M&list=PLkAOdeGFrcjWoC_M0caGoFl5Zpza8aafk 

Slide 24 - Tekstslide

Oefenen examenvragen
examen 2012

Dit blok gaat over expressionisme in beeldende kunst en over expressionisme
en serialiteit in de muziek.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 1
afbeelding 1
In München ontstond in 1911 een kunstenaarsgroep rond de Rus Wassily
Kandinsky (1866-1944). De groep organiseerde exposities en bracht in mei 1912
een almanak (jaarboek) uit met als titel Der Blaue Reiter. De door Kandinsky
vormgegeven omslag van dit boek is illustratief voor de nieuwe kunstopvatting
van deze groep kunstenaars.
2p 9 Noem twee aspecten van het omslagontwerp die vernieuwend waren.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

2p Noem twee aspecten van het omslagontwerp die vernieuwend waren.

Slide 28 - Open vraag

Antwoord
twee van de volgende:
− De voorstelling is geabstraheerd/gedeformeerd weergegeven.
− De afbeelding (en de letters) ogen geïmproviseerd / als een schets of
voorstudie (en niet als een af/doorwerkt eindproduct).
− De afbeelding is geïnspireerd op (thema's uit) 'primitieve' kunsten
(volkskunst, middeleeuwse kunst).
− Er wordt teruggegrepen op een middeleeuwse techniek (het is een
ingekleurde houtsnede).
− Het beeld oogt plat / er wordt geen (lineair) perspectief toegepast.
per juist antwoord 1 

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 2
Voor de almanak werkten beeldend kunstenaars (zoals Franz Marc en Wassily
Kandinsky) samen met musici (onder wie Arnold Schönberg en Alban Berg). In
de almanak namen zij schilderijen en partituren van composities op. Ook
publiceerden zij essays waarin zij hun opvattingen over kunst uiteenzetten.
De kunstenaars van Der Blaue Reiter werkten samen vanuit diverse gedeelde
idealen.
2p 10 Benoem twee van deze idealen.

Slide 30 - Tekstslide

De kunstenaars van Der Blaue Reiter werkten samen vanuit diverse gedeelde
idealen.
2p 10 Benoem twee van deze idealen.

Slide 31 - Open vraag

Antwoord
twee van de volgende:
− Zij streefden naar het uitdrukken van een spirituele waarheid / eenheid.
− Zij geloofden dat hun kunst de maatschappij kon veranderen / in de
heilzame werking van hun kunst.
− Zij streefden naar een discipline-overstijgende kunst.
− Zij streefden naar een nieuwe kunst voor een nieuwe tijd / wilden
breken met de traditie.
− Zij streefden naar vergelijkbare ontwikkeling in en van de verschillende
kunstdisciplines.

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 3
In de almanak werden eveneens voorbeelden van niet-westerse kunst,
volkskunst en kunst van kinderen en amateurs opgenomen. De kunstenaars die deze almanak samenstelden waren bijzonder geïnteresseerd in al deze vormen van 'primitieve' kunst.
1p 11 Geef een verklaring voor deze interesse.

Slide 33 - Tekstslide

De kunstenaars die deze almanak samenstelden waren bijzonder geïnteresseerd in al deze vormen van 'primitieve' kunst.
1p 11 Geef een verklaring voor deze interesse.

Slide 34 - Open vraag

Antwoord
Het antwoord dient de volgende strekking te hebben:
Deze kunstenaars waren op zoek naar oorspronkelijkheid / zuiverheid /
eenvoud / een spirituele eenheid / een innerlijke werkelijkheid (dit
meenden zij aan te treffen in 'primitieve' culturen en in deze 'primitieve'
kunst).

Slide 35 - Tekstslide

Vraag 4
afbeelding 2
Op afbeelding 2 zie je het schilderij Improvisatie IV dat Kandinsky in 1914
maakte. Kandinsky zag de muziek als een leermeester voor de (schilder)kunst.
Kandinsky probeerde in zijn schilderkunst op directe wijze uitdrukking te geven aan emotie, zoals dat (volgens hem) ook in de muziek het geval is.
1p 12 Geef aan hoe deze opvatting tot uitdrukking komt in Improvisatie IV.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Kandinsky probeerde in zijn schilderkunst op directe wijze uitdrukking te geven aan emotie, zoals dat (volgens hem) ook in de muziek het geval is.
1p 12 Geef aan hoe deze opvatting tot uitdrukking komt in Improvisatie IV.

Slide 38 - Open vraag

Antwoord
 maximumscore 1
een van de volgende:
− Hij probeert in Improvisatie IV door middel van vorm en kleur direct zijn gevoel uit te drukken (in plaats van een representatie van de zichtbare werkelijkheid te geven).
− Door zijn schilderij aan te duiden met 'improvisatie' / met een aan de muziek ontleend begrip (improvisatie) geeft Kandinsky aan dat de muziek voor hem een voorbeeld is.
− Met deze titel (Improvisatie IV) geeft Kandinsky aan dat zijn werk, net als muziek, improviserend / spontaan / op een directe wijze uitdrukking geeft aan emotie. 

Slide 39 - Tekstslide

wat heb jij nog nodig?

Slide 40 - Woordweb