H6 - Les 9 - Oogafwijkingen 2

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen

Geodriehoek

Boek en schrift
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen

Geodriehoek

Boek en schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Week 19
11 mei
6.3 afmaken
12 mei
Start 6.4
Week 20
Vandaag
6.4 afmaken (Leerdoelen overzicht)
Morgen
Toetsvoorbereiding
Week 21
25/26 mei
Toetsvoorbereiding
Week 22
Cito
Week 23
Toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Vertepunt en nabijheidspunt
Als je oogspieren zijn ontspannen 
kan je ver kijken. Het verste punt 
wat je kunt zien heet het vertepunt.

Het punt het dichtste bij wat
je nog scherp kan zien heet
het nabijheidspunt.

Slide 3 - Tekstslide

Accomoderen

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les...

Ken je de drie meest voorkomende oogafwijkingen en de soort lens waarmee ze geholpen zijn. 

Kan je de lenssterkte geven. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

1) Oudziend
De lens in je oog verliest flexibiliteit 
als je ouder wordt. Hierdoor kan de lens
in je oog niet goed bol meer worden.
Dingen van dichtbij bekijken wordt dan
moeilijker

Een bril met een positieve lens kan dan helpen. 

Slide 7 - Tekstslide

2) Verziend
Jonge mensen kunnen ook al moeite hebben met dingen dichtbij zien.  Ook zij hebben baat bij hulp van een 
positieve lens.

Anders dan oudziende mensen hebben mensen 
die verziend zijn ook moeite met scherp naar 
de horizon kijken. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3) Bijziend
Mensen die bijziend zijn kunnen goed dichtbij zien, maar hebben moeite met dingen verweg.

Bijziendheid komt steeds vaker voor. 

Zij zijn geholpen met een negatieve lens

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ogen laseren

Slide 12 - Tekstslide

Lenssterkte

Slide 13 - Tekstslide

Lenssterkte
S=f1
f=S1
f = brandpuntafstand in meter (m)
S = lenssterkte in dioptrie (dpt)

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Gegeven: S = -2,5 dpt
Gevraagd: brandpuntafstand
Formule: f = 1 / S
Berekening: f = 1 / -2,5
                          f = -0,4 m
Antwoord: De lens heeft een brandpuntafstand van 
                       - 0,4 m = -40 cm


Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
Gegeven: f = -32 cm
Gevraagd: lenssterkte (S)
Formule: S = 1 / f
Berekening: S = 1 / -0,32
                          S = -3,125 dpt
Antwoord: De lens heeft een sterkte van -3,125 dpt.


Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
Oudziende en verziende mensen zijn geholpen met een positieve lens.

Bijziende mensen zijn geholpen met een negatieve lens.

Lenssterkte (S) druk je uit in dioptrie.
S=f1
f=S1

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk havo
Opdracht 41
Opdracht 46
  • Voor morgen
  • Online of in je boek.
Opdracht 47

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk vwo
Opdracht 43
Opdracht 47
  • Voor morgen
  • Online of in je boek.
Opdracht 48

Slide 20 - Tekstslide