Thema 3 Nederland voor 1940, een uniek land: KA 32

Thema 3 - Nederland voor 1940, een uniek land
KA 32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 - Nederland voor 1940, een uniek land
KA 32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900

Slide 1 - Tekstslide

 Nederland voor 1940, een uniek land: KA 22, 24, 25,32, 34, 35
 

22 - Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
24 - De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
25 - Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.
34 - Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
35 - De opkomst van emancipatiebewegingen

Kenmerkende aspecten bij thema 3
KA 32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.

Slide 2 - Tekstslide

De ontwikkeling van het denken: KA 19,20, 26, 27 
 

19 - Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
20 - De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
26 - De wetenschappelijke revolutie
27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving; godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

Kenmerkende aspecten bij thema 4
KA 32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.

Slide 3 - Tekstslide

Reformatie
Verlichting
Democratische revoluties
Industrialisatie
Wetenschappelijke revolutie
Humanisme
Renaissance
Sociale kwestie

Slide 4 - Tekstslide

 Nederland voor 1940, een uniek land
 

32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.
KA 32 - Discussies over de 'sociale kwestie'.

Slide 5 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De arbeidersklasse
Door de industrialisatie verandert de klassenmaatschappij.

De economie draaide om massaproductie in fabrieken met machines.

nieuwe klassen:
Fabriekseigenaren - afkomstig uit rijke bovenlaag
Arbeidersklasse - werkloze boeren en handwerklieden trokken naar de steden om daar te werken in de fabrieken.

Slide 6 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De arbeidersklasse
Kindersterfte hoog in de steden - slechte hygiëne en epidemieën.

Grote gezinnen - opvangen sterfte en meewerken, lange werkdagen (16 uur x 6)

Werk was gevaarlijk - gebrek aan veiligheidsregels
Geen sociaal vangnet

School is een luxe - veel te duur

Staken leidde tot verlies baan.
Eerste Nederlandse vakbeweging in 1837, zonder succes

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De sociale kwestie
Pas toen burgers uit andere klassen zich druk begonnen te maken om arbeiders kon er echt iets veranderen.

Het liberalisme (stroming van veelal rijke burgers) van de 19e eeuw maakte zich druk om het welzijn van burgers. Niet alleen moest de regering zorgen voor veiligheid tegen oorlog en criminaliteit, ook moest de overheid zorgen voor enige mate van bestaanszekerheid.

Slide 9 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De sociale kwestie
Een andere belangrijke stroming uit die tijd was het conservatisme. Ook deze stroming werd aangehangen door rijke burgers (we kunnen dus wel zeggen dat politiek in de 19e eeuw iets voor de rijken was).

Zij vonden dat het niet aan hen was om de positie van de arbeiders te verbeteren. Dat was aan God, niet aan hen.

Waren misschien ook vooral bang voor het verlies van de eigen positie.


Slide 10 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De sociale kwestie
In 1848 kreeg Nederland een nieuwe grondwet.

Als gevolg van een reeks revoluties in Europa; veroorzaakt door boeren en arbeiders die meer democratisering eisten.

De Nederlandse koning Willem II wilde zijn hoofd behouden en ging akkoord met een nieuwe grondwet. 

Door de nieuwe grondwet verloor de koning veel van zijn macht. Er kwam stemrecht (maar nog lang niet voor iedereen) en de macht kwam bij het parlement te liggen.

Slide 11 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
De sociale kwestie
Volwassen mannen boven een bepaalde inkomensgrens konden nu meedoen met de politiek.

Invloed liberalen neemt toe en er komt nog meer aandacht voor de sociale kwestie.

Dit wordt versterkt door schrijvers, geestelijk leiders, kunstenaars en vrouwen.

De beweging die arbeiders aan een beter leven wilde helpen bestond ook in andere landen, en ging vaak gepaard met andere vormen van activisme, zoals tegen slavernij en voor de uitbreiding van het kiesrecht.

Slide 12 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
Vragen
32.5. Wat is de sociale kwestie?
  • De sociale kwestie gaat over het gebrek aan welzijn en volksgezondheid dat ontstond door de industriële revolutie. Veel arbeidersgezinnen leidden een zwaar en gevaarlijk leven en kenden veel verliezen. Sommige rijkere burgers vonden dat daar iets tegen moest gebeuren.

32.6 Hoe stonden het liberalisme en het conservatisme tegenover de sociale kwestie?

  • Het liberalisme vond dat er actief naar een oplossing gezocht moest worden voor de sociale kwestie; het conservatisme vond dat God of de natuur vanzelf wel met een oplossing zou komen als dat nodig was.

Slide 13 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
Verbeterde omstandigheden
Langzaamaan komen er steeds meer wetten die arbeiders moesten beschermen tegen armoede, ziekte en onveilige werkomstandigheden.

Het Kinderwetje - Samuel van Houten

Maar pas in de 20e eeuw verbeteren de omstandigheden van de arbeiders pas echt.

Liberalen kwamen dan wel op voor de arbeiders, ze keken er tegelijkertijd ook op neer. Helpen was liefdadigheid, een christelijke plicht. Ze konden verder prima leven met een klassenmaatschappij. (tegenstrijdig?)

Slide 14 - Tekstslide

KA32 - Discussies over de 'sociale kwestie'
Maken
32.1 t/m 32.10

Slide 15 - Tekstslide