1.9 Spelling les 2

1.9 Spelling les 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.9 Spelling les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wanneer je een punt, (punt)komma, dubbele punt en aanhalingstekens gebruikt (herhaling klas 2).
- Je kent twintig dicteewoorden.

Klascode

trofi

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

DE OBSESSIE

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Stillezen
  • Huiswerkcontrole en nakijken (opdracht 3,6 en 7 van 1.9)
  • Herhaling aanhalingstekens
  • In tweetallen maken opdracht 12
  • Huiswerk test jezelf spelling

Slide 4 - Tekstslide

Start les. 
Stillezen 
Dit jaar 4 boekopdrachten, waarvan je twee boekopdrachten zelf een boek mag kiezen.

De eerste boekopdracht is een opdracht over een zelfgekozen boek:

 C-boek of hoger
 Minimaal één zelfgekozen D-boek
 Maximaal één boek mag een novelle mag zijn (korter dan honderd bladzijden)
 Je mag van elke schrijver maximaal één boek lezen

Zie print van de eisen. Volgende les heb je het boek mee!



timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

1.9 spelling
  1. Vorige les: spelling - leestekens
    Punt, komma, dubbele punt, puntkomma ( . , : ; )


  2. Deze les: spelling - leestekens
    Aanhalingstekens ('blabla') , dicteewoorden, test jezelf

Slide 6 - Tekstslide

Leestekens: de aanhalingstekens
  • Bij de directe rede
  • Als een woord ironisch (spottend) gebruikt wordt
  • Als je nadruk wil leggen op een woord of zin
  • Bij een letterlijk stukje tekst dat je overneemt
  • Bij een zelfbedacht woord 

Slide 7 - Tekstslide

Directe rede
‘Three, two, one – we have a lift off,’ galmde de stem in de controlekamer. De professor werd meteen geïnterviewd: ‘Wat betekent dit resultaat?’ ‘Dit is een enorme stap voorwaarts,’ vertelde ze trots, ‘want in de toekomst zullen we per raket reizen.'

Slide 8 - Tekstslide

Een ironisch/spottend bedoeld woord
Wat een ‘interessant’ verhaal vertelde Carolien weer!

Slide 9 - Tekstslide

Nadruk op een term of woord
- Hoe spel je ‘algoritme’?

- Later is hiervoor de term 'feminisme' in gebruik geraakt.

Slide 10 - Tekstslide

Bij een letterlijk stukje tekst dat je overneemt.
Op nu.nl staat: ‘Veel stranden verdwijnen.’


"Te veel van onze mensen zijn achtergebleven. Mensen die evident gevaar lopen en een duidelijke link met Nederland hebben", zeggen de briefschrijvers. (nos.nl, 2021)

Slide 11 - Tekstslide

Bij een zelfbedacht woord
Om mensen aan het lezen te houden, wordt literatuur soms ‘verstript’.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk

Opdrachten H1.9 opdracht 12 (tweetallen) + test jezelf spelling







Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wanneer je een punt, (punt)komma, dubbele punt en aanhalingstekens gebruikt (herhaling klas 2).
- Je kent twintig dicteewoorden.

Klascode

trofi

Slide 14 - Tekstslide