Deze les: spelling - leestekens -Aanhalingstekens -Dicteewoorden oefenen en test jezelf
Slide 3 - Tekstslide
Leestekens: de aanhalingstekens
Bij de directe rede
Als een woord ironisch (spottend) gebruikt wordt
Als je nadruk wil leggen op een woord of zin
Bij een letterlijk stukje tekst dat je overneemt.
Bij een zelfbedacht woord
Slide 4 - Tekstslide
Directe rede
‘Three, two, one – we have a lift off,’ galmde de stem in de controlekamer. De professor werd meteen geïnterviewd: ‘Wat betekent dit resultaat?’ ‘Dit is een enorme stap voorwaarts,’ vertelde ze trots, ‘want in de toekomst zullen we per raket reizen.
Slide 5 - Tekstslide
Een ironisch/spottend bedoel woord
Wat een ‘interessant’ verhaal vertelde Carolien weer!
Slide 6 - Tekstslide
nadruk op een term of woord
- Hoe spel je ‘algoritme’?
- Later is hiervoor de term 'feminisme' in gebruik geraakt.
Slide 7 - Tekstslide
Bij een letterlijk stukje tekst dat je overneemt.
Op nu.nl staat: ‘Veel stranden verdwijnen’.
"Te veel van onze mensen zijn achtergebleven. Mensen die evident gevaar lopen en een duidelijke link met Nederland hebben", zeggen de briefschrijvers. (nos.nl, 2021)
Slide 8 - Tekstslide
Bij een zelfbedacht woord
Om mensen aan het lezen te houden, wordt literatuur soms ‘verstript’.
Slide 9 - Tekstslide
Oefenen spelling 1.9
Straks zelf samen oefenen met de dicteewoorden.
havo: maak opdracht 10 en 12
vwo: maak opdracht 9 en 11
Klaar? Maak de test jezelf van de paragraaf spelling.
Slide 10 - Tekstslide
Planning
Vrijdag: SKL aantekeningen maken
Dinsdag: Proeftoets over woorden, spelling, grammatica
Donderdag: Oefenen/ leren (en vragen n.a.v. de proeftoets bespreken)