In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Bruggen bouwen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Hoe zou het komen dat de brug kapot ging?
Slide 3 - Open vraag
Bouwwerken en krachten
Een brug, maar ook andere bouwwerken, moeten sterk en stevig zijn. Anders kan het instorten. Ze hebben met verschillende krachten te maken.
Slide 4 - Tekstslide
Sterk en stevig
Door na te denken over de vormen en het materiaal die je gebruikt in een constructie, kun je een bouwwerk sterk en stevig maken.
Een driehoek is bijv. sterker dan een vierkant of rechthoek.
Slide 5 - Tekstslide
De eerste brug
De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen.
Dit waren de eerste ligger-/plaatbruggen.
Slide 6 - Tekstslide
Liggerbrug
Wordt ook wel plaat- of balkbrug genoemd.
Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers.
Slide 7 - Tekstslide
Waarom kan een ligger- of plaatbrug niet overal?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Boogbrug
Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie.
Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.
Slide 10 - Tekstslide
Hangbrug
Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel.
De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.
Slide 11 - Tekstslide
Vakwerkbrug
Sterk door driehoeken.
Slide 12 - Tekstslide
Tuibrug
De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.
Slide 13 - Tekstslide
Ophaalbrug
Soms is het nodig dat een brug omhoog kan.
Een ophaalbrug heeft een contragewicht boven de grond
Een basculebrug heeft een contragewicht onder de grond
Slide 14 - Tekstslide
Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug
Slide 15 - Quizvraag
Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug
Slide 17 - Quizvraag
zwaartekracht.
Zwaartekracht is de kracht waarmee aarde voorwerpen aantrekt.
Door de zwaartekracht val je altijd naar beneden.
Slide 18 - Tekstslide
zwaartekracht en massa
De eenheid van kracht is de newton (N)
Op een voorwerp met een massa van 1,00kg werkt een zwaartekracht van 9,81N.
De zwaartekracht op de aarde
(in Nederland) is 9,81 N/kg
Slide 19 - Tekstslide
zwaartekracht = aantrekkingskracht
De grootte van de zwaartekracht is afhankelijk van de grootte van het voorwerp.
Op de maan is de zwaartekracht dus kleiner dan op aarde. (ongeveer 6x zo klein)
Slide 20 - Tekstslide
Constructies
Druk- en trekkrachten in bouwmaterialen.
Niet alle bouwmaterialen zijn even goed bestand tegen druk- en trekkrachten
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Beton wapenen tegen trekkrachten: gordijn
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Welke bruggen zijn er?
Kijk het filmpje (zet ik zo op)
en schrijf op: welke 3 soorten bruggen zijn er?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Welke constructievormen zijn er?
1: Een driehoek: de driehoeksconstructie is de sterkste constructie. De vorm van een driehoek kan door krachten niet veranderen. De driehoeksconstructie is dus handig bij het bouwen van bruggen en gebouwen.
Slide 28 - Tekstslide
Welke constructievormen zijn er?
2: Een vierhoeksconstructie is beweeglijk. De vorm kan veranderen van een vierhoek naar een ruit. De vierhoeksconstructie is goed te gebruiken bij een beweeglijke constructie, zoals een ophaalbrug.
Slide 29 - Tekstslide
Welke constructievormen zijn er?
3: Bij een boogconstructie worden de krachten gelijkmatig verdeeld.
Dit zorgt ervoor dat de boogconstructie erg stevig is. De boogconstructie wordt veel gebruikt bij bijvoorbeeld viaducten.