H4.6/H4.7 Stad en platteland in Zuid-Amerika

§4.6 & §4.7 Stad en platteland in Zuid-Amerika



VWO 4
H4 Zuid-Amerika
Domein D: Gebieden



1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

§4.6 & §4.7 Stad en platteland in Zuid-Amerika



VWO 4
H4 Zuid-Amerika
Domein D: Gebieden



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen §4.6
  • Je kunt de positie van de grote Zuid-Amerikaanse steden in het mondiale netwerk beschrijven.
  • Je kunt de ruimtelijk structuur en ontwikkeling van de Zuid-Amerikaanse stad beschrijven en verklaren.
  • Je kunt het ontstaan en de ontwikkeling van de informele stad uitleggen.
  • Je kunt aantonen hoe door urban spraw het omringend platteland verstedelijkt.


Slide 3 - Tekstslide

Grote delen van de wereld zijn door globalisering met elkaar verbonden.
We leven in een netwerksamenleving.
Wereldsteden of global cities zijn hierin de knooppunten.

Slide 4 - Tekstslide

Beoordeel de stellingen:

I Wereldsteden zijn altijd megasteden.
II Megasteden zijn altijd wereldsteden.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 5 - Quizvraag

Continent van steden
  • São Paulo is een wereldstad én megastad.
  • Buenos Aires, Rio de Janeiro, Lima en Bogotá zijn megasteden.
  • Toch zijn het vooral de middelgrote steden (tot 500.000) die hard groeien.
  • Dit komt door aangelegde ontwikkelingscorridors.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

"Chinezen sluiten net zo makkelijk deals met het neoliberale en democratische Chili als met het socialistische en dictatoriale Venezuela." (Geografie, 2017)

Slide 8 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur en ontwikkeling (1)
  • In centrum elementen uit koloniaal verleden: dambordpatroon en de plaza mayor.

Slide 9 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur en ontwikkeling (2)
  • Vanaf 1900 in een sterpatroon brede wegen (avenida's) aangelegd.
  • In de jaren '50 en '60 ontstaan door massale ruraal-urbane migratie aan de randen van de steden favela's.

Slide 10 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur en ontwikkeling (3)
  • Sinds de jaren '80 veel gentrification in het centrumgebied. Armere buurtbewoners worden verdrongen.
  • Ontstaan gated communities voor de elite,
    die de sociale ongelijkheid 
    zichtbaar maken en
    ruimtelijke segregatie
    vergroot.

Slide 11 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur en ontwikkeling (4)
  • In het heden is er sprake van een proces van invasie en successie.
  • Middenklasse trekt in woningen die door de elite verlaten worden / lagere inkomensgroepen trekken in verlaten woningen van de middenklasse.

Slide 12 - Tekstslide

ruraal-urbane migratie in Brazilië

Slide 13 - Tekstslide

Welke processen kun je hier uit opmaken? Welke begrippen herken je?

Slide 14 - Tekstslide

Maak gebruik van §4.6
Verklaar in vier stappen het ontstaan van zelfbouwwijken/favela's.
Begin met:
1. In de steden in Zuid-Amerika is veel werk, op het platteland is veel werkeloosheid.

Slide 15 - Open vraag

Urban sprawl
  • Steden in Zuid-Amerika groeien enorm, zowel verticaal (hoogbouw) als horizontaal (op het platteland).
  • Ongeremde ruimtelijke uitbreiding van de stad op het platteland noem je urban sprawl.
  • Dit gebeurt door: 
    - grote ruimtebeslag van informele woonwijken (laagbouw)
    - grootschalige, commerciële bouwprojecten.

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen §4.7
  • Je kunt de kenmerken noemen van een verstedelijkt platteland.
  • Je kunt beschrijven hoe de ongelijkheid op het platteland in de 20e eeuw toenam.
  • Je kunt uitleggen welke invloed het neoliberalisme had op de landbouw.
  • Je kunt uitleggen wat voor- en nadelen van schaalvergroting zijn in de landbouw.




Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Ontwikkeling van het platteland (1)
  • Begin 20e eeuw was grond in hand van de elite. Zij bezat plantages en latifundia (grote bedrijven).
  • Zo'n 80% van plattelandsbevolking waren landarbeiders of zelfvoorzienende boeren met minifundia (kleine bedrijven).

Slide 19 - Tekstslide

Ontwikkeling van het platteland (2)
  • Pas in de jaren '50 vanuit overheid interesse in platteland.
  • Vooral door groeiende stadspopulatie en grondstoffen voor de industrie.
  • Groene revolutie verhoogde de opbrengst van exportgewassen.
  • Door mechanisatie nam werkgelegenheid af, en de ongelijkheid toe.

Slide 20 - Tekstslide

Ontwikkeling van het platteland (3)
  • Politiek van landhervorming leverde weinig op.
  • Machtige grondbezitters (ondersteund door het systeem van cliëntelisme) hielden hun grond.
  • Vervolgens ontginning van gebieden als de Amazone om kleine boeren aan grond te helpen. 
  • Alleen deze bedrijven waren niet rendabel. Tropische bodems zijn onvruchtbaar en raken snel uitgeput.
  • Grond werd verkocht aan grote vee- en sojateelt bedrijven. Dus uiteindelijk geen einde aan ongelijke grondbezitsverhoudingen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Video

Socialisme en communisme
  • Populistische politiek betekende ook vriendjespolitiek en corruptie. Elite werd rijker -> armere bevolking bleef achter.
  • Gevolg: opkomst van guerrilla bewegingen en socialistische- en communistische ideeën.
  • Elite was bang de macht te verliezen.. Gevolg..

Slide 24 - Tekstslide

Landgrabbing - Landrush

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag

Maak de opdrachten:

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn belangrijke oorzaken van de sociale ongelijkheid in de Zuid-Amerikaanse steden?

Slide 28 - Woordweb

Wat zijn belangrijke oorzaken van de sociale ongelijkheid op het Zuid-Amerikaanse platteland?

Slide 29 - Woordweb