Bi-3M-H5.1 Prikkels en signalen (Marco)

5.1 Prikkels en signalen
Startvragen

  1. Wat is gedrag?
  2. Leg uit hoe gedrag tot stand komt.
  3. Wat zijn verschillende manieren om elkaar iets duidelijk te maken?

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

5.1 Prikkels en signalen
Startvragen

  1. Wat is gedrag?
  2. Leg uit hoe gedrag tot stand komt.
  3. Wat zijn verschillende manieren om elkaar iets duidelijk te maken?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Prikkels en signalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Leerdoelen
  • Hoe ontstaat gedrag?
  • Welke prikkels geven altijd dezelfde reactie (respons) ?
  • Hoe maken dieren elkaar iets duidelijk?
  • Welke signalen gebruiken mensen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Begrippenlijst
  • Gedrag-prikkel (inwendige en uitwendige)-drempelwaarde-motivatie
  • signaal-respons-dreiggedrag-sleutelprikkel-spergedrag-verzorggedrag-supranormale prikkel
  • signalen
  • verbaal en non-verbaal gedrag-signalen-supranormale prikkels

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gedrag?
Gedrag bij biologie is:

  • Alles wat een mens of een dier doet / alle reacties die ze vertonen



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht
Welke prikkels spelen een rol bij het gedrag?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke prikkels spelen een rol?
Inwendige prikkels 
(honger)
Uitwendige prikkels 
(zien, horen, voelen, proeven, ruiken)
Motivatie

Slide 8 - Tekstslide

Het gedrag wordt veroorzaakt door inwendige en uitwendige prikkels (stimuli). De inwendige prikkel(s) en de uitwendige prikkel(s) motiveren het dier om iets te doen of juist niet te doen. Interne en externe prikkels kunnen de motivatie van het dier verhogen of verlagen. Zodra de prikkels een bepaalde waarde hebben bereikt, de drempelwaarde genaamd, is de motivatie hoog genoeg om gedrag te vertonen. Als het gedrag wordt vertoond daalt de motivatie weer en stopt het dier met het gedrag.
Op sommige uitwendige prikkels kan het dier gelijk een bepaald gedrag vertonen, zonder dat een drempelwaarde hoeft te worden overschreden. Die prikkels heten sleutelprikkels of supernormale prikkels. 
Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.

Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren (respons) dieren en mensen op.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger
  • Sexuele drift (hormonen)
  • Agressie

Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak
  • Enz.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een hond die geen honger heeft is moeilijk te trainen.
Leg uit hoe dat komt?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Drempelwaarde en motivatie
Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels.
Daarvoor zijn twee oorzaken:
1. De sterkte van de prikkel is lager dan de drempelwaarde (de minimale sterkte om een impuls naar de hersenen te sturen).
2. De motivatie (de wil) om te reageren is klein.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten te laag.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Altijd dezelfde reactie
  • Mensen en dieren zenden zelf ook prikkels uit, dit noemen we een signaal.
    De reactie op een signaal noem je een respons.

  • Op sommige signalen komt altijd dezelfde respons. Zo'n signaal noemen we een sleutelprikkel.
Op de volgende dia's zie je enkele voorbeelden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signalen
Signalen kunnen worden afgegeven via:
  1. Geuren
  2. Kleuren
  3. Beweging
  4. Geluiden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaal voorbeeld: afbakenen met geurvlaggen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spergedrag
  • Hiernaast zie je jonge vogeltjes. De opengesperde bekjes met de feloranje binnenkant, is een uitwendige prikkel voor de ouders. De ouders zullen de jongen altijd gaan voeren.

  • De schaduw van de ouders boven het nest of trilling aan het nest, is voor de jongen de sleutelprikkel om dit spergedrag altijd te vertonen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Sperren
Eerst als respons op trilling van nest.
Later als respons op schaduw ouder vogel.
Dreiggedrag
  • De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.

  • Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag (weg jij!)

  • . De rode buik is de sleutelprikkel.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkels

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkel
Een uitwendige prikkel die steeds dezelfde reactie oproept, noem je een sleutelprikkel.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorggedrag
Waardoor verzorgen ouders hun jongen?
Signalen zorgen ervoor dat mensen baby's willen verzorgen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overdreven signalen
Roepen een sterke reactie op

groot, rond hoofd
grote ogen 
klein neusje 
zacht mollig lijf 

Knuffels....overdreven signalen!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht
Waar gaat het onderzoek over?
Hoe reageren de vogels op sleutelprikkels?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkel
Een sleutelprikkel is een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij gedrag

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Supranormale prikkel
  • Soms wordt een sleutelprikkel overdreven. Dit noem je een supranormale prikkel.

  • De koekoek legt zijn eieren in het nest van andere soorten vogels.

  • De extra grote rode opengesperde snavel is voor de pleegouders de prikkel om het koekoeksjong te voeren, zelfs wanneer deze al veel groter is.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

supranormale prikkel

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Supranormale prikkel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een supranormale prikkel is een prikkel die een sterkere respons veroorzaakt dan een sleutelprikkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?
A
Inprenting
B
Sleutelprikkel
C
Supranormale prikkel
D
Inwendige prikkel

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lange benen van een barbiepop zijn...
A
een sleutelprikkel
B
een supranormale prikkel
C
motivatie prikkel

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluiden
  • Veel dieren maken geluiden. Daarmee kunnen ze berichten uitwisselen.

  • Zo kunnen dieren elkaar bijvoorbeeld waarschuwen voor gevaar. 

  • Een leeuw kan met zijn gebrul laten weten dat hij in zijn gebied de baas is.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamshouding
  • Aan de staart van een hond kun je zien hoe hij zich voelt. 

  • Met de staart tussen de benen laten ze zien dat ze bang zijn (plaatje 2).

  • Met de staart omhoog laten ze zien dat ze veel zelfvertrouwen hebben (plaatje 3).

  • Bij plaatje 4 kan een hond met zijn staart laten zien dat hij kan gaan dreigen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren
  • Sommige dieren gebruiken kleuren om een boodschap over te brengen.

  • Een pauw zet zijn gekleurde veren uit om een hen (vrouwtje) te laten zien dat hij met haar wil paren.

  • Als een vrouwtjes baviaan een rood en opgezwollen achterwerk heeft, is dit voor een mannetje het signaal dat ze vruchtbaar is.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke signalen gebruiken mensen?
  • Mensen communiceren door verbaal gedrag en non-verbaal gedrag.

  • De keuze voor je kleding en haardracht is een vorm van communiceren. Denk maar eens aan de oranje kleding  bij een voetbalwedstrijd. Je geeft een signaal af zodat andere weten bij welke groep je hoort.

  • Mensen gebruiken ook supranormale prikkels (de overdreven sleutelprikkels). Dit zie je bijvoorbeeld bij knuffels en de mode.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
5.1 Prikkels en signalen
Opdracht 4, 5, 6, 10, 15, 19

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies