verbaal en non-verbaal gedrag-signalen-supranormale prikkels
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Wat is gedrag?
Gedrag bij biologie is:
Alles wat een mens of een dier doet / alle reacties die ze vertonen
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ontstaat gedrag?
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.
Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren (respons) dieren en mensen op.
Slide 7 - Tekstslide
Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
– Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam
Honger
Sexuele drift (hormonen)
Agressie
– Uitwendige prikkel -> komt van buiten
Geuren
Geluiden
Smaak
Enz.
Slide 8 - Tekstslide
Drempelwaarde en motivatie
Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels. Daarvoor zijn twee oorzaken:
1. De sterkte van de prikkel is lager dan de drempelwaarde (de minimale sterkte om een impuls naar de hersenen te sturen).
2. De motivatie (dewil) om te reageren is klein.
Slide 9 - Tekstslide
Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten te laag.
Slide 10 - Tekstslide
Altijd dezelfde reactie
Mensen en dieren zenden zelf ook prikkels uit, dit noemen we een signaal. De reactie op een signaal noem je een respons.
Op sommige signalen komt altijd dezelfde respons. Zo'n signaal noemen we een sleutelprikkel.
Op de volgende dia's zie je enkele voorbeelden.
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
De sleutelprikkel bij de stekelbaars voor het dreiggedrag is......
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik
Slide 13 - Quizvraag
Spergedrag
Hiernaast zie je jonge vogeltjes. De opengesperde bekjes met de feloranje binnenkant, is een uitwendige prikkel voor de ouders. De ouders zullen de jongen altijd gaan voeren.
De schaduw van de ouders boven het nest, is voor de jongen de sleutelprikkel om dit spergedragaltijd te vertonen.
Slide 14 - Tekstslide
Dreiggedrag
De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.
Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag (weg jij!)
. De rode buik is de sleutelprikkel.
Slide 15 - Tekstslide
Verzorggedrag
Een klein kind heeft grote ogen, bolle wangen en een korte kin. Een puppy heeft grote ogen en een korte snuit. Dit zorgt voor een 'rond hoofd'.
Zo'n rond hoofd bij jonge dieren, baby's en kinderen is voor ouders de sleutelprikkel om altijd over te gaan op verzorggedrag. Deze jonge dieren, baby's en kinderen hebben verzorging nodig.
Slide 16 - Tekstslide
Supranormale prikkel
Soms wordt een sleutelprikkel overdreven. Dit noem je een surpanormale prikkel.
De koekoek legt zijn eieren in het nest van andere soorten vogels.
De extra grote rode opengesperde snavel is voor de pleegouders de prikkel om het koekoeksjong te voeren, zelfs wanneer deze al veel groter is.
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Sleutelprikkel
Supranormale prikkel
Slide 19 - Tekstslide
Geluiden
Veel dieren maken geluiden. Daarmee kunnen ze berichten uitwisselen.
Zo kunnen dieren elkaar bijvoorbeeld waarschuwen voor gevaar.
Een leeuw kan met zijn gebrul laten weten dat hij in zijn gebied de baas is.
Slide 20 - Tekstslide
Lichaamshouding
Aan de staart van een hond kun je zien hoe hij zich voelt.
Met de staart tussen de benen laten ze zien dat ze bang zijn (plaatje 2).
Met de staart omhoog laten ze zien dat ze veel zelfvertrouwen hebben (plaatje 3).
Bij plaatje 4 kan een hond met zijn staart laten zien dat hij kan gaan dreigen.
Slide 21 - Tekstslide
Kleuren
Sommige dieren gebruiken kleuren om een boodschap over te brengen.
Een pauw zet zijn gekleurde veren uit om een hen (vrouwtje) te laten zien dat hij met haar wil paren.
Als een vrouwtjes baviaan een rood en opgezwollen achterwerk heeft, is dit voor een mannetje het signaal dat ze vruchtbaar is.
Slide 22 - Tekstslide
Welke signalen gebruiken mensen?
Mensen communiceren door verbaal gedrag en non-verbaal gedrag.
De keuze voor je kleding en haardracht is een vorm van communiceren. Denk maar eens aan de oranje kleding bij een voetbalwedstrijd. Je geeft een signaal af zodat andere weten bij welke groep je hoort.
Mensen gebruiken ook supranormale prikkels (de overdreven sleutelprikkels). Dit zie je bijvoorbeeld bij knuffels en de mode.
Slide 23 - Tekstslide
Supranormale prikkel
Slide 24 - Tekstslide
Supranormaal!
Slide 25 - Tekstslide
5.1 (Huis)werk
Maak de opdrachten van 5.1
Vragen met * of < > mag je overslaan
Slide 26 - Tekstslide
Een hond die geen honger heeft is moeilijk te trainen. Leg uit hoe dat komt?
Slide 27 - Open vraag
Een supranormale prikkel is een prikkel die een sterkere respons veroorzaakt dan een sleutelprikkel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?