In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
"luchtdruk"
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Atmosferisch druk
Wordt ook luchtdruk genoemd
Alle lucht die boven je is.
Slide 3 - Tekstslide
Luchtdruk
in dampkring zit lucht, deze wordt ook door de aarde aangetrokken.
daardoor wordt op iedere vierkante centimeter een druk uitgeoefend van 10 N
druk van de lucht is dus 10 N/cm2
Slide 4 - Tekstslide
Luchtdruk
druk op oppervlakte van 1 m2 is 100.000 N
1 Pa = 1 N/m2
Pa staat voor Pascal, eenheid van luchtdruk
100 Pa = 1 hPa
hectoPascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel 1.
Je kunt uitleggen hoe de luchtdruk op het aardoppervlak en op jezelf ontstaat.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is de luchtdruk?
A
De kracht die wind uitoefend.
B
De hoeveelheid lucht.
C
Het gewicht dat de lucht op iets uitoefend.
D
De druk die een voorwerp op lucht uitoefent.
Slide 7 - Quizvraag
De luchtdruk is het hoogst
A
Op zeeniveau
B
Op een berg
C
Maakt niet uit, de luchtdruk is overal op aarde hetzelfde.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe meet je luchtdruk?
A
Luchtdrukmeter
B
Barometer
C
Thermometer
D
Isobarenmeter
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?
A
er drukt meer lucht op 1 cm2
B
er drukt minder lucht op 1 cm2
Slide 11 - Quizvraag
druk / hoogte
moleculen / hoogte
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Luchtdruk
990 hPa = 80% kans op regen 1000 hPa = 70% kans op regen 1010 hPa = 40% kans op regen 1020hPa = 20% kans op regen 1030 hPa = 10% kans op regen Hoge luchtdruk = goed weer lage luchtdruk = slecht weer
Slide 14 - Tekstslide
Barometer
Laat de plaatselijke luchtdruk zien
Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa
Slide 15 - Tekstslide
Werking barometer
in metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht
Slide 16 - Tekstslide
Hoe hoger, hoe minder luchtdruk
Slide 17 - Tekstslide
Manometer
Meet overdruk en onderdruk:
Overdruk: lucht in een band
Onderdruk: lucht in vacuüm
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
leerdoel 2
Je kunt de absolute druk berekenen als je de overdruk kent, en omgekeerd.
Slide 23 - Tekstslide
Waarmee meet je de overdruk?
A
drukmeter
B
barometer
C
manometer
D
absolute druk
Slide 24 - Quizvraag
welke formule is juist?
A
absolute druk = luchtdruk - overdruk
B
luchtdruk = absolute druk + overdruk
C
absolute druk = luchtdruk + overdruk
D
luchtdruk = absolute druk - onderdruk
Slide 25 - Quizvraag
In een band meet je een overdruk van 0,9 bar. Gegeven dat de luchtdruk 1,0 bar is. Wat is de absolute druk?